Richtlijn 'Palliatieve zorg bij COPD'
Publicatie

Richtlijn 'Palliatieve zorg bij COPD'

  • Datum publicatie 16 september 2021
  • Organisatie IKNL
Voor vragen, neem contact op met:
Brigitt Borggreve IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland)
Laatst geactualiseerd: 25 oktober 2021

COPD is een vaak voorkomende, te voorkomen en behandelbare ziekte die gekenmerkt wordt door aanhoudende klachten van de luchtwegen en luchtwegvernauwing. Voor de palliatieve zorg van patiënten met COPD is een richtlijn gepubliceerd. De richtlijn Palliatieve zorg bij COPD geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van mensen met gevorderde COPD en beoogt hiermee de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren. 

Herziening richtlijn

De huidige richtlijn is een herziening van de oorspronkelijke richtlijn uit 2011. In 2018 is IKNL benaderd door Long Alliantie Nederland (LAN) uitgenodigd om de bestaande richtlijn te reviseren. Hier waren een aantal belangrijke redenen voor:

  • COPD heeft een hoge prevalentie. In 2019 hadden naar schatting zo'n 584.600 mensen in Nederland COPD (bron: Volksgezondheid en Zorg, 2019).
  • COPD is in Nederland de zesde oorzaak van sterfte.
  • De ziektelast bij mensen met gevorderde COPD is ernstiger dan de ziektelast van mensen met gevorderde longkanker (bron: Institute for Health Metrics and Evaluation, 2019).
  • De kwaliteit van leven van mensen met gevorderde COPD is laag en is vergelijkbaar met of soms zelfs lager dan bij mensen met gevorderde longkanker (bron: Gore, 2000, Habraken, 2009, Javadzadeh, 2016). 
  • Ondanks de hoge ziektelast en de lage kwaliteit van leven van mensen met gevorderde COPD is tijdige inzet van palliatieve zorg bij deze patiëntengroep nog niet standaard.

Belangrijkste wijzigingen in de richtlijn COPD

Ten opzichte van de richtlijn uit 2011 kent de hierziene richtlijn een aantal wijziginen:

  • De markering van de  palliatieve fase is uitgebreider beschreven.
  • Er is uitgebreider aandacht voor de vier dimensies van ziek zijn: fysiek, psychisch, sociaal en spiritueel. Met name het sociale en spirituele domein komen uitgebreider aan bod.
  • De noodzaak om regelmatig (jaarlijks en zo nodig vaker) een gesprek te voeren omtrent het begrip van de situatie, (gezondheids)vaardigheden, wensen van patiënt en naasten en de ziektelast wordt beschreven.
  • De rol van de centrale zorgverlener is beschreven.
  • Er is uitgebreider aandacht voor proactieve zorgplanning.
  • Informatie over voorlichting is toegevoegd.
  • Er is uitgebreider aandacht voor het individueel zorgplan.
  • Voor alle beschreven symptomen geldt: niet-medicamenteuze behandeling heeft de voorkeur als eerste stap ten opzichte van medicamenteuze behandeling.
  • Signalering en preventie van angst- en depressieve klachten zijn toegevoegd.
  • Uitgebreidere aandacht voor angstcontrole en angstreductie, toegespitst op mensen met COPD, zoals educatie, niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandelopties. Hetzelfde geldt voor depressiecontrole en depressiereductie.
  • In de medicamenteuze behandeling van angst is een plaats voor SSRI’s bij patiënten met een levensverwachting van meer dan 3 maanden en een kortwerkend benzodiazepine bij patiënten met een levensverwachting van minder dan 3 maanden.
  • In de medicamenteuze behandeling van angst is een plaats voor SSRI’s of TCA, afhankelijk van aanwezige contra-indicaties en comorbiditeit. SSRI’s hebben de voorkeur.
  • Ontspanningsoefeningen ter verlichting van dyspneu worden afgeraden.
  • Het gebruik van een rollator ter vermindering van dyspneu tijdens het lopen wordt aanbevolen.
  • Het gebruik van een ventilator of handventilator, gericht op het gezicht, ter vermindering van dyspneu wordt aanbevolen.
  • Zuurstoftherapie ter vermindering van dyspneu kan in specifieke situaties worden overwogen. Deze situaties zijn uitgebreider beschreven. 
  • Doorverwijzing naar een centrum voor thuisbeademing ter overweging van non-invasieve beademing is toegevoegd.
  • Doorverwijzing naar een centrum voor bronchoscopische longvolumereductie ter overweging van opties voor longvolumereductie is toegevoegd.
  • Binnen de medicamenteuze behandeling van dyspneu is morfine nog steeds het voorkeursmiddel. Hierbij zijn de mogelijkheden voor zowel immediate release als slow release doseringen uitgebreider beschreven. 
  • Toevoeging: bij geen effect van de maximale dosering van 30 mg / dag dient de behandeling te worden gestaakt.
  • Bij contra-indicaties voor morfine is in de herziene richtlijn de mogelijkheid van orale of subcutane oxycodon en transdermale fentanyl toegevoegd.
  • Bij een behandeling met opioïden dient altijd een laxans voorgeschreven te worden.
  • Informatie over de behandeling van droge prikkelhoest is toegevoegd.
  • Naast de aanbevolen interventies, is in de herziene richtlijn ook aangegeven welke zorgverleners betrokken kunnen worden.

Links

Voor vragen, neem contact op met:
Brigitt Borggreve IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland)
Laatst geactualiseerd: 25 oktober 2021
Niet gevonden wat je zocht?
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.