Praktijkteam palliatieve zorg
Thema

Praktijkteam palliatieve zorg

Ervaar je knelpunten van de organisatie en/of financiering van palliatieve zorg?
Neem dan contact op met het praktijkteam.

Zorgprofessionals kunnen dit team benaderen op:
030 - 789 78 78
of per mail via meldpunt@juisteloket.nl

Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 20 april 2023

Zorgverleners of zorgorganisaties kunnen bij het Praktijkteam palliatieve zorg aankloppen met vragen en/of knelpunten op het gebied van organisatie en financiering van palliatieve zorg.

Het Praktijkteam, dat in 2016 is opgericht, bestaat uit een vertegenwoordiging van zorgverleners en stakeholders in de palliatieve zorg en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Door deze nauwe samenwerking kan het team knelpunten oppakken en aan constructieve oplossingen werken. Zo ondersteunt het Praktijkteam zorgverleners in de palliatieve zorg en draagt daarmee bij aan de verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg.

Elke twee maanden gaat het Praktijkteam op werkbezoek om ervaringen en knelpunten uit de praktijk op te halen. Interesse om in gesprek te gaan met het Praktijkteam op uw locatie of online, neem dan contact met het Praktijkteam op.

 

Uitkomsten Praktijkteam

Casuïstiek die in het Praktijkteam wordt besproken staat meestal niet op zich. Oplossingen zijn vaak ook voor andere zorgprofessionals en betrokkenen in de palliatieve zorg relevant, vandaar dat het Praktijkteam hier een aantal voorbeelden deelt.

Voorbeelden van ervaren knelpunten, tips en lopende zaken

Levomepromazine vergoed bij palliatieve sedatie en bij misselijkheid en braken in palliatieve fase

Levomepromazine (Nozinan) is per 1 januari opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Dat betekent dat het middel nu wordt vergoed in de thuissituatie, op voorwaarde dat het wordt ingezet voor palliatieve sedatie of misselijkheid en braken in de palliatieve fase en bij onvoldoende effect van eerstekeus-middelen.

Palliatieve sedatie is het verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase – wanneer het overlijden binnen twee weken wordt verwacht - om het lijden van de patiënt te verlichten. Daarbij wordt het middel levomepromazine, conform de richtlijn, ingezet wanneer midazolam onvoldoende werkt om het bewustzijn te verlagen of bij misselijkheid en braken in de palliatieve fase bij onvoldoende effect van andere anti-emetica. Levomepromazine was echter niet opgenomen in het GVS en werd daardoor niet vergoed. Bij het Praktijkteam kwamen geregeld meldingen binnen van huisartsen, apothekers en nabestaanden die aangaven dat dit pijnlijke situaties oplevert in een periode die niet over geld zou moeten gaan. 

Het Praktijkteam heeft daarom samen met Zorginstituut Nederland, de betreffende beroepsgroepen en de fabrikant gekeken of levomepromazine kan worden opgenomen in het GVS. Het Zorginstituut concludeerde dat opname in het GVS mogelijk is, onder de voorwaarde dat het ingezet wordt bij palliatieve sedatie of misselijkheid en braken in de palliatieve fase. Dit omdat het geneesmiddel niet onderling vervangbaar is met andere geneesmiddelen in het GVS. De verwachting is bovendien dat levomepromazine blijvend gebruikt gaat worden. 

Om bovenstaande reden adviseerde Zorginstituut Nederland aan het ministerie van VWS om levomepromazine op te nemen in het GVS. De Staatssecretaris van VWS ging onlangs akkoord met dit advies, waardoor nabestaanden vanaf januari 2022 geen facturen meer krijgen over deze medicatie. Het Praktijkteam Palliatieve Zorg is blij dat hiermee een passend antwoord komt op de vele meldingen die bij hen binnen kwamen over dit vraagstuk.

In stap drie van het medicatieschema uit de richtlijn palliatieve sedatie, is ruimte voor het gebruik van fenobarbital. Voor toediening van fenobarbital via een infuus bestond eerder geen vergoeding. Na melding door het Praktijkteam, hebben zorgverzekeraars besloten deze vergoedingsstatus aan te passen. Het infuus heeft nu de status F, VW (vergoed met voorwaarden) gekregen. De voorwaarde is dan: in het kader van palliatieve sedatie.

Sinds november 2019 is het in de meeste situaties niet meer nodig om een terminaliteitsverklaring te gebruiken. Dat hebben verschillende partijen uit de zorg en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) afgesproken. In de Factsheet ‘Afschaffing terminaliteitsverklaring’ is op een rij gezet wat er zonder de terminaliteitsverklaring van de verschillende zorgverleners/zorgsettings wordt verwacht.

Download de Factsheet Afschaffing Terminaliteitsverklaring PZNL

Bekijk de video: Gedeeltelijke Afschaffing Terminaliteitsverklaring
Still uit de video Afschaffing Terminaliteitsverklaring klik op de video om deze te bekijken

Bovenstaande video is door (Ont)Regel de Zorg opgenomen. Kijk voor meer informatie op de website Ontregel de Zorg.

Achtergrond
De terminaliteitsverklaring gaf aan dat de levensverwachting van de patiënt niet langer dan ongeveer drie maanden is. Deze moest altijd door de behandelend arts worden ingevuld en afgegeven zodat op basis daarvan inzet van meer zorg kon worden verantwoord. De terminaliteitsverklaring zorgde voor veel onvrede onder patiënten en zorgverleners, omdat deze patiëntonvriendelijk was en voor onnodige administratie zorgde. Bovendien is het nooit met zekerheid te zeggen is of de levensverwachting daadwerkelijk korter is dan drie maanden.

Daarom is in overleg tussen AHZN, KNMG, VPTZ, V&VN ZIN, ZN en VWS afgesproken dat de verklaring niet meer bij alle leveringsvormen nodig is. Beslissingen waarvoor de terminaliteitsverklaring nodig was, bijvoorbeeld voor het rechtvaardigen van het inzetten van meer zorg, kunnen vaak ook op een andere manier worden genomen.

Zie voor meer informatie de website Ontregel de Zorg.
 

 

Regelmatig worden bij het Praktijkteam problemen gemeld rond het bestellen van één of enkele losse zorgmaterialen, zoals één maaghevel voor een patiënt met een dreigende ileus die thuis verblijft. Apotheken kunnen deze materialen vaak alleen in grote getalen bestellen tegen hoge kosten, houden daarom geen voorraden aan en kunnen niet snel leveren. 

Oplossing:

Als een hulpmiddel niet via een apotheek te verkrijgen is, benader dan een medisch speciaalzaak. Zij hebben landelijke dekking, werken grootschalig en kunnen indien nodig ook met spoed thuis afleveren.

Gaat het om hulpmiddelen die via het basispakket worden vergoed dan heeft de zorgverzekeraar de verantwoordelijkheid om medische hulpmiddelen in te kopen en moet deze verwijzen naar partijen die kunnen leveren. Zie ook tip stappenplan bestellen hulpmiddelen palliatieve zorg.

Hieronder tips voor de meest handige route voor het bestellen van hulpmiddelen. Mocht deze route niet werken, schakel dan het Praktijkteam palliatieve zorg in via 030 - 789 78 78 of meldpunt@juisteloket.nl.

  1. Kijk bij welke zorgverzekeraar de patiënt is verzekerd. 
  2. Check in de zorgzoeker met welke hulpmiddelenleverancier(s) de zorgverzekeraar een contract heeft afgesloten.
  3. Bel deze leverancier(s).
  4. Lukt het niet om op deze manier te bestellen? Neem dan contact op met de afdeling zorgbemiddeling van de zorgverzekeraar. Zie het overzicht voor de contactgegevens.

Deze stappen, de zorgzoeker en de contactgegevens van de afdeling zorgbemiddeling per zorgverzekeraar staan uitgewerkt in bijgaand overzicht.

Kom je er niet uit met de zorgverzekeraar schakel dan het Praktijkteam palliatieve zorg in via 030 - 789 78 78 of via meldpunt@juisteloket.nl.

Bij het Praktijkteam komen regelmatig vragen binnen over de palliatieve zorg. We verwijzen daarvoor naar de jaarlijks bijgewerkte Handreiking financiering palliatieve zorg.

Bij patiënten die euthanasie krijgen, wordt een venflon infuusnaald geplaatst. Meestal doet een verpleegkundige van een specialistisch team dit, in opdracht van de arts die de euthanasie gaat toepassen. Verpleegkundigen van een specialistisch team hebben namelijk meer ervaring met het aanbrengen van een infuus. In veel regio’s moet de arts echter wel zelf de materialen regelen. Dit kan als omslachtig ervaren worden. Het Team Specialistische Thuisverpleging van Careyn heeft hierover een praktische afspraak gemaakt met de Wippolder Apotheek in Delft. Hierdoor zijn de benodigde materialen altijd op voorraad, ook buiten de openingstijden van de apotheek.  Het Team beschikt nu zelf over de juiste materialen. Het Team heeft er zelf pakketjes van gemaakt. Krijgt het team een aanvraag voor de plaatsing van een venflon infuusnaald, dan stuurt het team een uitvoeringsverzoek en een voorgedrukt, kant en klaar recept (voor de infuusnaald, het afdekmateriaal, NaCi e.d.) naar de huisarts. De huisarts hoeft de formulieren alleen te ondertekenen en naar het team terug te sturen. Het team zorgt dat het recept naar de Wippolder apotheek gaat. Zodoende hoeft het team geen afspraken met verschillende apothekers te maken, en is er de garantie dat de benodigde materialen altijd beschikbaar zijn. Voor de huisarts betekent deze afspraak een behoorlijke tijdwinst. Daarnaast is er het voordeel dat de Wippolder apotheek een dusdanige ervaring opbouwt met de verstrekking van de juiste materialen, dat er geen fouten in de levering zullen worden gemaakt. De formulieren die het Team gebruikt, zijn via mail opvraagbaar. Stuur daarvoor een mailtje naar: praktijkteam@pznl.nl

Ascites is een veelvoorkomende klacht bij mensen die ongeneeslijk ziek zijn, vooral in de laatste weken/dagen van hun leven. Om een ascitespunctie te laten doen, en zodoende voor verlichting te zorgen, is meestal een bezoek aan een ziekenhuis nodig. De punctie kan echter ook door huisartsen thuis worden uitgevoerd. Uit de praktijk blijkt dat niet alle apotheken de benodigde materialen (een drainageset) à la minute op voorraad hebben. Meestal geldt wel: ‘vandaag besteld, morgen in huis’.  

Probleempunt bij een thuis uitgevoerde ascitespunctie, is dat de huisarts de uitvoering ervan niet vergoed krijgt: er is geen betaaltitel voor. Desgevraagd laten een aantal zorgverzekeraars weten dat zij wél tot vergoeding willen overgaan. Zo zegt Menzis in een reactie: ‘Huisartsen kunnen ons altijd een factuur toesturen, wij zullen die uit clementie aan hen voldoen.’ CZ, OHRA en Nationale Nederlanden stellen dat een vergoeding alleen mogelijk is als er bij de patiënt sprake is van een terminale fase. Hiervoor moeten huisartsen de machtiging ‘laatste levensfase’ aanvragen. Achmea, VGZ en andere verzekeraars zijn benaderd met de vraag hoe zij hiernaar kijken, maar hebben vooralsnog geen reactie gegeven. Het kan dus zijn dat zij de thuis uitgevoerde ascitespunctie niet vergoeden. 

Sorgente is een grote leverancier voor medische voeding. Een huisarts meldde ons dat hij bij Sorgente geen bijvoeding voor een palliatieve patiënt kan aanvragen. Dit zou alleen de behandelend arts uit het ziekenhuis of een diëtiste kunnen doen. De huisarts ervaart dit als een ontzettende (bureaucratische) omweg, en vraagt zich af of dat niet eenvoudiger kan. Navraag bij Sorgente leert dat sommige zorgverzekeraars – waaronder CZ en Z&Z – een bestelling door een huisarts inderdaad uitsluiten, als onderdeel van hun contractvoorwaarden. De redenering van deze zorgverzekeraars hierbij is dat een behandelend medisch-specialist of diëtist beter in staat zou zijn te beoordelen of de patiënt nog toekan met aangepaste, gewone voeding of echt is aangewezen op medische voeding. Uit een inventarisatie van Sorgente blijkt dat zorgverzekeraars wel vaker bepaalde medische voeding niet vergoeden, of voorwaarden stellen aan de manier waarop zorgverleners een vergoeding kunnen aanvragen. Een compleet overzicht staat op deze pagina van de website van Sorgente (linkje: https://sorgenteprofessionals.nl/vergoedingscheck/ ) Hoewel het Praktijkteam niet kan afdwingen dat zorgverzekeraars minder beperkende afspraken met leveranciers maken, wordt een casus als deze wel door Zorgverzekeraars Nederland bij de zorgverzekeraars geadresseerd. 
 

Werkwijze Praktijkteam

Een korte film geeft inzicht in de werkwijze van het Praktijkteam palliatieve zorg. Hierin wordt aan de hand van een casus duidelijk welke stappen het team van melding tot oplossing doorloopt: Praktijkteam palliatieve zorg

Samenstelling Praktijkteam 

Het Praktijkteam is een team van experts. Deze experts werken als zorgverlener in de palliatieve zorg, bij Netwerken Palliatieve Zorg, bij PZNL, ZN of bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Op dit moment zijn de teamleden:

Uit de directe zorgpraktijk

  • Marieke van den Beuken, Hoogleraar palliatieve geneeskunde bij Maastricht UMC+, namens Expertisecentra Palliatieve Zorg, Internist-pijnspecialist
  • Paul Lebbink, apotheker bij Transvaal Apotheek
  • Ronald van Nordennen, Specialist ouderengeneeskunde bij Stichting Groenhuysen, palliatief consulent, SCEN-arts
  • Huub Schreuder, Oncologie- en palliatieve zorg verpleegkundige, coördinator en verpleegkundig consulent Regionaal palliatief team NPZ-WSD

Namens stakeholders

Namens het ministerie van VWS

  • Marjanne Berkhout, voorzitter, Beleidscoördinator/projectleider palliatieve zorg en geestelijke verzorging
  • Nathalie Pattipeilohy, Senior beleidsmedewerker palliatieve zorg en geestelijke verzorging
  • Jantina Bogerd, Senior beleidsmedewerker directie curatieve zorg

Bij vragen over deze pagina of over het Praktijkteam: neem contact op via het contactformulier rechtsboven op deze pagina. 

Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 20 april 2023
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.