Stappenplan
Diagnostiek
- Anamnese en lichamelijk onderzoek
- Op indicatie aanvullend onderzoek:
- laboratoriumonderzoek (nierfunctie, elektrolyten, leverfunctie, glucose, schildklierfunctie)
- X-BOZ bij verdenking op obstipatie of ileus
- feceskweken (bij verdenking op bacteriële infectie)
- onderzoek van feces op parasieten
- bij verdenking op bacteriële overgroei: kweek van dunne darminhoud, H2-ademtest
- bepaling van Clostridium difficile-toxine in feces (bij verdenking op pseudo-membraneuze colitis)
- onderzoek feces op elektrolyten, elastase, zure steatocriet of vetuitscheiding
- endoscopisch onderzoek (bij verdenking op maligniteit of colitis)
- bij verdenking op endocriene tumoren: serotonine in trombocyten, 5-HIAA's in urine, chromogranine A, gastrine, VIP of calcitonine in bloed
Beleid
- Behandeling van de oorzaak:
- aanpassing van medicatie
- laxantia bij paradoxale diarree
- aanpassing van (sonde)voeding
- antibiotica bij pseudo-membraneuze colitis of bij bacteriële overgroei
- pancreasenzymen bij steatorroe ten gevolge van pancreasinsufficiëntie
- colestyramine bij diarree na ileumresectie
- lactosearme voeding bij lactose-intolerantie zo nodig tevens suppletie van lactase (Kerutab® tabletten of Kerulac® druppels)
- protonpompremmers bij Zollinger-Ellison syndroom
- behandeling van chronische darminfecties (m.n. bij AIDS)
- octreotide bij carcinoïd syndroom, VIPoom, short bowel syndroom, fistels, persisterende diarree bij chemotherapie of na radiotherapie
- stentplaatsing, chirurgie of radiotherapie bij obstruerende processen in het kleine bekken
- behandeling van bijkomende aandoeningen
- Voedingsadviezen
- Bescherming van de perianale regio
- Behandeling van geuroverlast
- Eventueel correctie van vochttekort en elektrolytstoornissen
- Medicamenteuze behandeling: loperamide 2-16 mg dd; bij onvoldoende effect codeïne of morfine
- Bij aanhoudende chronische diarree, niet reagerend op loperamide (bij onbekende oorzaak of wanneer aanvullend onderzoek ongewenst is): proefbehandeling met octreotide, startdosis 3 dd 100 ug of 300 ug/24 uur continu s.c./i.v.; dosering eventueel ophogen op geleide van het effect; bij goede reactie en stabiele situatie (m.n. bij diarree ten gevolge van endocriene tumoren) kan overgegaan worden op het depotpreparaat octreotide LAR 30 mg i.m. 1 keer per 4 weken
Bewijsvoering
Behandeling | Niveau van bewijsvoering | Referentie(s) |
---|---|---|
Octreotide/lanreotide bij carcinoïd, VIPoom, short bowel syndrome, AIDS, fistels, graft versus host disease, diarree na chemotherapie of radiotherapie | 3 | Cascinu 1993, Cello 1991, Denton 2002, Fried 1999, Gebbia 1993, Goumas 1998, Harris 1995, Ippoliti 1997, Jensen 1999, Mystakidou 2006, Romeu 1991, Rubin 1999, Szilagyi 2001, Yavuz 2002, Zidan 2001 |
Voedingsadviezen | 4 | |
Loperamide en andere opioïden | 1 | Palmer 1980, Ruppin 1987 |
Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde onderzoeken van goede kwaliteit.
Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinische onderzoeken van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken.
Niveau 3 = gebaseerd op één vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek.
Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen.