Minder hoop bij proactieve zorgplanning?
- Datum publicatie 28 december 2021
- Auteur Laurien Ham
Introductie
Hoop is belangrijk in het leven van patiënten met gevorderde kanker en hangt samen met betere coping-vaardigheden, meer veerkracht, verminderde passiviteit, betere kwaliteit van leven en minder pijn en angst. Proactieve zorgplanning verbetert de kwaliteit van leven van patiënten met gevorderde kanker, maar vindt vaak pas laat in het ziekteproces plaats. Artsen geven aan dat de angst voor het verliezen van hoop één van de belangrijkste redenen is om gesprekken met de patiënt over proactieve zorgplanning uit te stellen. Het doel van deze studie was om te bepalen of het toepassen van proactieve zorgplanning de hoop van deze patiënten beïnvloedt.
Methodiek
Proactieve zorgplanning werd op twee manieren gemeten:
- of er een levenseinde gesprek had plaatsgevonden
- of een levenstestament of wilsverklaring was ingevuld
Hoop is gemeten met de Herth Hope Index. Metingen werden gedaan aan het begin van de studie en na drie maanden. Deze studie is een tweede analyse van een randomized controlled trial, en voor deze studie werden de patiënten geïncludeerd die bij de start geen gesprekken over proactieve zorgplanning hadden gehad.
De verandering in hoop bij de groep die bij de start van de studie geen gesprek over proactieve zorgplanning had gehad en na drie maanden nog steeds niet, is vergeleken met de verandering in hoop bij de groep die bij de start van de studie geen gesprek over proactieve zorgplanning had en na drie maanden wel.
Resultaten
In totaal zijn 672 patiënten met gevorderde kanker geïncludeerd in de randomized controlled trial. Van de 378 patiënten die aan het begin van de studie geen levenseinde-gesprek hadden gehad, hadden 267 patiënten na drie maanden nog steeds geen levenseinde-gesprek gehad, en 111 patiënten wel. De hoop was niet lager in de groep die wel een levenseinde-gesprek had gehad, dan bij de groep die die na drie maanden nog niet had gehad. Van de 216 patiënten die bij baseline geen wilsverklaring hadden ingevuld, hadden 149 patiënten dat na drie maanden ook niet, en 67 patiënten wel. De hoop was niet lager in de groep die wel een wilsklaring had dan in de groep die dat niet had na drie maanden. In beide vormen van proactieve zorgplanning werd, nadat er gecorrigeerd was voor andere factoren, zelfs gevonden dat hoop hoger was in de groepen die wel een levenseinde gesprek hadden gehad of een levenstestament of wilsverklaring hadden ingevuld.
Conclusie/aanbevelingen
Deze studie laat zien dat hoop niet verlaagd is bij patiënten die betrokken zijn in proactieve zorgplanning in de vorm van een levenseinde gesprek met hun oncoloog of het invullen van een levenstestament of wilsverklaring.
Relevantie voor praktijk
- Deze studie toont aan dat hoop niet lager is na het inzetten van proactieve zorgplanning.
- Met deze informatie kunnen zorgverleners zich comfortabeler voelen om proactieve zorgplanning in te zetten.
Naar de publicatie
Cohen, M.G., et al (2021) Hope and advance care planning in advanced cancer: Is there a relationship? (niet openbaar). Cancer, Online ahead of print
Proactieve zorgplanning
Op basis van wensen en doelen van patiënten in de palliatieve fase zijn in het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland acht essenties geformuleerd. Door invulling te geven aan deze essenties wordt optimaal aandacht geschonken aan de belangrijkste waarden, wensen en behoeften van patiënten.
Dit onderzoek ligt in lijn met de essentie Proactieve zorgplanning. Om ook in de toekomst zorg passend bij de waarden, wensen en behoeften van de patiënt en diens naasten te kunnen leveren is het proces van vooruit denken, plannen en organiseren van belang.
Je vindt de acht essenties hier.