Samen zorgen voor kwaliteit in de laatste levensfase - in gesprek met twee professionals van het TEPZ
In de regio Zuid-Kennemerland en Meerlanden is sinds kort het Transmuraal Expertiseteam Palliatieve Zorg (TEPZ) actief. Geen anonieme landelijke loketten of omslachtige routes, maar vertrouwde professionals uit de regio: dichtbij, bereikbaar en deskundig. We spraken met Baukje Sibma, gespecialiseerd verpleegkundige oncologie en palliatieve zorg, en Lucyna de Graaf, huisarts en kaderarts palliatieve zorg, over het belang van regionale samenwerking – en waarom het TEPZ méér is dan een consultatieteam.
Terug naar de regio: het onstaan van het TEPZ
Baukje: “Wat wij merken, is dat zorgverleners in de palliatieve zorg worstelen met ingewikkelde keuzes. Een huisarts kan bijvoorbeeld twijfelen over het juiste moment om palliatieve sedatie in te zetten. Een wijkverpleegkundige kan zich afvragen hoe hij of zij een stervende patiënt het beste kan ondersteunen bij existentiële angst. Dan is het ontzettend waardevol om even te kunnen overleggen met een team dat dagelijks met dit soort vraagstukken bezig is. De palliatieve zorg was op een gegeven moment te landelijk georganiseerd en daarmee op een te grote afstand. Dat maakte het moeilijker om snel en laagdrempelig te schakelen met mensen uit de eigen regio. We misten de korte lijnen. Met het TEPZ brengen we die terug: we trekken als zorgverleners in de regio weer samen op.”
Lucyna: “Palliatieve zorg is in de afgelopen 20 jaar snel ontwikkeld en geprofessionaliseerd. Zorgverleners willen de juiste keuzes maken, maar lopen tegen grenzen aan. Bijvoorbeeld: hoe handel je als een patiënt pijnstilling weigert uit angst om suf te worden, terwijl je weet dat hij onnodig lijdt? Of hoe begeleid je een patiënt die niet meer behandeld wil worden, maar wiens familie koste wat kost wil doorzetten? Dat zijn ingewikkelde situaties waarin wij kunnen meedenken, zowel op medisch als ethisch niveau en schakelen naar de juiste zorgverleners. In de palliatieve zorg is het essentieel dat je elkaar makkelijk weet te vinden. Voor overleg, advies of gewoon om even te sparren. Daarom is dit team zo waardevol.”
Wat maakt het TEPZ uniek?
Lucyna: “Het is zowel transmuraal als regionaal. We werken over de muren van de zorg heen – van de eerste tot en met de derde lijn – maar altijd met oog voor de lokale context. We kennen de sociale kaart en weten wie waar werkt. En misschien wel het belangrijkste: we kennen elkaar echt.”
Baukje: “Het team bestaat uit 25 ervaren zorgprofessionals – van verpleegkundigen tot specialisten en huisartsen. Allemaal met hart voor palliatieve zorg, en allemaal actief aan het bed. Daardoor spreken we dezelfde taal als de collega’s die ons bellen.”
" Juist dat persoonlijke contact maakt het verschil"
Waarmee kunnen zorgverleners bij jullie terecht?
Lucyna: “Dat varieert van praktische vragen, zoals het starten van palliatieve sedatie, vragen over symptoombehandeling zoals pijn en kortademigheid, tot ethische of existentiële dilemma’s. Soms belt een arts met een medicatievraag, maar blijkt gaandeweg dat er vooral sprake is van onzekerheid of machteloosheid. Dan luisteren we, denken mee en helpen om het vraagstuk helder te krijgen.”
Baukje: “Juist dat persoonlijke contact maakt het verschil. We nemen de tijd en kijken verder dan alleen het medische aspect. Soms is een goed gesprek al genoeg om lucht en richting te geven.”
Hoe werkt het team samen en welke rol speelt kennisdeling?
Lucyna: “De zorg wordt steeds complexer en patiënten worden meer aan huis behandeld. Dit betekent dat huisartsen, wijkverpleegkundigen en andere zorgprofessionals steeds vaker met palliatieve zorg te maken krijgen. Daarom is het zo belangrijk dat er netwerken zijn waarin we kennis blijven delen. We overleggen maandelijks in een multidisciplinair team. Daar bespreken we consulten, delen we inzichten en leren we van elkaar. Daarbij is ook ruimte voor humor en onderlinge verbinding. We hechten aan kwaliteit, maar óók aan een veilige, vertrouwde sfeer. ”
Baukje: “Wij organiseren bijeenkomsten en casusbesprekingen, zodat zorgverleners zich zekerder voelen in de palliatieve zorg. We geloven erin dat hoe beter we samenwerken, hoe beter de zorg wordt. We streven naar uniforme adviezen, zodat zorgverleners in de hele regio op eenzelfde manier ondersteund worden. We registreren alles – zelfs informele vragen – zodat we zicht houden op de vragen die spelen. Bij veel consulten over een specifiek onderwerp kunnen we gericht een nascholing organiseren.”
"Palliatieve zorg doe je samen - niemand hoeft het alleen te dragen"
Wat is jullie wens voor de toekomst?
Lucyna: “Ten eerste: meer bekendheid voor het team zodat collega’s ons weten te vinden. Tijdens bijeenkomsten merken we nog regelmatig dat collega’s niet weten dat het TEPZ bestaat. Zonde, want we kunnen echt een aanvulling zijn op hun werk.”
Baukje: “En we willen meer doen dan alleen reageren op vragen. We willen proactief bijdragen aan scholing, netwerkvorming en kennisontwikkeling in de regio. Palliatieve zorg doe je samen – niemand hoeft het alleen te dragen.”
Wat maakt dit werk zo waardevol?
Lucyna: “We dragen bij aan kwaliteit van het leven in de laatste levensfase van patiënten, door de mensen te ondersteunen die daar elke dag voor staan: huisartsen, wijkverpleegkundigen, specialisten.”
Baukje: “Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Als wij iemand nét dat beetje duidelijkheid of vertrouwen kunnen geven, is dat ontzettend betekenisvol. En vaak begint het allemaal met dat eerste telefoontje.”
Praktisch: hoe bereik je het TEPZ?
Baukje: “Op werkdagen zijn we bereikbaar van 08.00 tot 17.00 uur via 085 – 1094 913. Een verpleegkundige staat paraat als voorwacht en stemt, als dat nodig is, het consult af met een arts of specialist. Binnen 24 uur ontvangt de aanvrager een schriftelijke terugkoppeling.”
Lucyna: “Buiten kantooruren wordt doorgeschakeld naar het landelijke team. Er is dus altijd iemand beschikbaar. Palliatieve zorg is in beginsel planbare zorg. De inschakeling van het landelijke team is daarom alleen bedoeld voor onverwachte problemen die zich buiten kantoortijden voordoen.”
Tekst door: Femke Wouters
Fotografie: Kim Krijen, Studie-KimKrijnen