Integrale benadering

Sterven is een ingrijpende gebeurtenis. De communicatie over en alle voorzorgsmaatregelen voor een waardig sterven staan in het licht van de wensen, de levensbeschouwing/religie en de culturele achtergrond van de patiënt en diens naasten.

Een aantal zaken kan al ruim voor de stervensfase besproken worden:

  • gewenste plaats van overlijden
  • uitleg over symptomen en de behandeling daarvan
  • eventuele scenario's van overlijden
  • beslissingen rond het levenseinde; afzien van ongewenste levensverlengende behandeling, beleid ten aanzien van eventuele reanimatie, palliatieve sedatie, euthanasie

Tijdens deze gesprekken kan worden nagegaan welke vragen patiënt en naasten hebben over de dood en kan worden ingegaan op eventuele angsten. Hierbij is het van belang inzicht te krijgen in eerdere verliesmomenten, de familierelaties (verbroken relaties, onafgewerkte zaken) en in zaken die nog geregeld moeten worden (praktische, financiële en/of wettelijke).

Voorlichting

  • Leg uit welke lichamelijke en geestelijke veranderingen in de stervensfase kunnen optreden en wat daar zo nodig aan gedaan kan worden. Bekrachtig eerder gemaakte afspraken over bijvoorbeeld sedatie, bestrijding van dyspnoe en andere symptomen.
  • Geef informatie over de afwezigheid van honger- en dorstgevoelens en de overwegingen waarom geen voeding en vocht wordt toegediend.
  • Geef tips aan naasten hoe om te gaan met de stervende: praten (het gehoor blijft mogelijk lang intact), vasthouden van een hand, hand- en voetmassage, haren borstelen, lippen vetten en mond bevochtigen. Hierbij wordt steeds in het oog gehouden dat het de stervende comfort biedt.
  • Leg uit dat sterven tijd kost. Erken gevoelens van zinloosheid die hierbij kunnen optreden. Metaforen kunnen behulpzaam zijn bij de uitleg: niemandsland: niet meer bij de levenden zijn en nog niet bij de doden horen.
  • Ga na of ondersteuning door middel van schriftelijke informatie gewenst is. Naasten hebben vaak behoefte aan voortdurende informatie en uitleg. Geef, indien beschikbaar, de naasten de IKNL-voorlichtingsfolder 'De stervensfase'.
  • Ga in op de draagkracht en draaglast van de mantelzorgers. De stervensfase duurt soms langer dan mantelzorgers denken. Bespreek met hen dat het in deze fase belangrijk blijft om de eigen draagkracht in acht te nemen. Bespreek hierbij mogelijke inzet van vrijwilligers.
  • Geef in de thuissituatie aan wat de gebruikelijke gang van zaken is na het overlijden (bijv. waarschuwen huisarts, rustig afscheid nemen van de patiënt voordat de begrafenisondernemer wordt benaderd).

Communicatie

  • Luister naar wat de patiënt en de naasten aangeven en wees alert op metaforen waarin de patiënt lijkt aan te geven dat de dood nadert.
  • Bespreek of bevestig dat de stervensfase is aangebroken en de laatste dagen tot uren zijn ingegaan. Vraag aan de patiënt en de naasten of dit overeenkomt met hun waarneming. Patiënten en naasten voelen vaak goed aan dat het einde nadert.
  • Vraag naar de beleving en de betekenis van deze kennis en laat de patiënt zijn emoties delen met de naasten. Creëer een gezamenlijk en gedeeld inzicht in de situatie: iedereen weet/beseft dat het einde nadert. Wees daarin eerlijk over de prognose (uren tot dagen) en leg dit zorgvuldig uit zonder een exacte periode te noemen.
  • Geef aan dat er een onderscheid is tussen existentieel lijden (wat doe ik hier nu nog?) en lichamelijk lijden (zie richtlijn Zingeving en spiritualiteit).
  • Probeer te achterhalen wat nu nog belangrijk en noodzakelijk is: regelingen die nog moeten worden getroffen, bezoek en afscheid van familie en vrienden, rituelen, invulling van begrafenis of crematie.
  • Onderken heftige emoties van de naasten zoals boosheid, angst, schuldgevoel, maar ook afkeer en moeheid. Deze emoties kunnen in het bijzonder geuit worden als naasten overrompeld worden door de snelheid van een ziekteproces of als ze uitgeput raken. Aandacht hiervoor geeft de mogelijkheid wensen te uiten, angsten te bespreken en verdriet te delen.

Ondersteunende zorg

  • Bied troost en ondersteuning met ruimte voor ambivalente gevoelens (opluchting vs. verdriet).
  • Geef woorden aan gevoelens die u ziet en erken dit gevoel.
  • Zorg voor nabijheid en een luisterend oor.
  • Voor informatie ten aanzien van stervensbegeleiding (en rouw) in verschillende religies en levensbeschouwingen zie richtlijn Rouw.

Zie voor punten van aandacht bij palliatieve zorg voor mensen met een niet-westerse achtergrond de Handreiking 'Palliatieve zorg voor mensen met een niet-westerse achtergrond'.