Stappenplan

Uitgangsvraag

Welke stappen worden achtereenvolgens genomen bij de diagnostiek en behandeling van overmatig zweten bij patiënten in de palliatieve fase?

Inleiding

In de richtlijn wordt hoofdzakelijk ingegaan op gegeneraliseerd zweten op basis van een levensbedreigende ziekte (secundaire hyperhidrosis).

Oorzaken zijn:

  • Paraneoplastisch (maligne tumoren, endocriene tumoren, andere hematologische en solide tumoren);
  • Co-morbiditeit (o.a. hiv, diabetes mellitus, hyperthyreoïdie, hartfalen, hartritmestoornissen, ziekte van Parkinson);
  • Opvliegers als gevolg van behandeling (castratie, antihormonale therapie);
  • Bijwerkingen van (andere) medicatie, o.a. opioiden, antidepressiva, betablockers, cholinesteraseremmers;
  • Andere oorzaken: koorts, infecties, warmte, inspanning, emoties, pijn, als ‘normaal' overgangsverschijnsel bij de vrouw, lage bloeddruk/shock, hypoxie, hypoglykemie, acuut coronair syndroom, gebruik van alcohol of drugs, of onttrekking daarvan.

Aanbevelingen

Stap 1: anamnese en lichamelijk onderzoek

  • Neem een anamnese af en verricht een lichamelijk onderzoek.

Stap 2: aanvullend onderzoek

  • Verricht bij aanhoudende klachten aanvullende diagnostiek, als gedacht wordt aan een behandelbare oorzaak: bloed- en urine-onderzoek, microbiologisch/serologisch onderzoek, beeldvormend onderzoek.

Stap 3: integrale zorg

  • Geef patiënt voorlichting over het overmatig zweten en de mogelijke gevolgen, de mogelijke oorzaken ervan, wat de patiënt er zelf aan kan doen, goede huidverzorging en het belang van inname van voldoende vocht.
  • Overweeg ondersteuning door dermatoloog of (bij moeilijk behandelbare overgangsklachten) gynaecoloog.

Stap 4: behandeling van de oorzaak

  • Overweeg behandeling van de oorzaak: 
    • systemische therapie bij maligniteiten;
    • behandeling met octreotide/lanreotide bij carcinoïdsyndroom;
    • behandeling van comorbiditeit (hiv, diabetes mellitus, hyperthyreoïdie, hartfalen, hartritmestoornissen);
    • behandeling van opvliegers met impact op kwaliteit van leven:
      • bij vrouwen met een gemetastaseerd mammacarcinoom, behandeld met palliatieve anti-hormonale therapie:
        • Overweeg behandeling met clonidine 2dd 0,050-0,075 mg p.o., gabapentine 3dd 300 mg p.o., medroxyprogesteron 1dd 10-20 mg p.o., megestrol 1dd 80 mg p.o., oxybutynine 1dd 5 mg p.o. of venlafaxine 1dd 37,5-75 mg.
          Er kan geen duidelijke voorkeur worden uitgesproken.
        • Indien geen effect of hinderlijke bijwerkingen van medicamenteuze behandeling, overweeg dan acupunctuur of blokkade van het ganglion stellatum.
      • bij mannen met een gemetastaseerd prostaatcarcinoom, behandeld met palliatieve anti-hormonale therapie:
        • Overweeg behandeling met medroxyprogesteron 1dd 20 mg p.o. of cyproteron 1dd 100 mg.
    • staken of dosisvermindering van medicatie;
    • herstarten van medicatie bij onttrekkingsverschijnselen;
    • behandeling van koorts en/of infecties;
    • behandeling van pijn, angst, lage bloeddruk, hypoxie, hypoglycemie, coronairsyndroom, onttrekkingssyndroom van alcohol of drugs.

Stap 5: niet-medicamenteuze interventies

  • Overweeg de volgende gedragsadviezen voor de patiënt:
    • Controleer en verzorg de huid dagelijks. Probeer minimaal eenmaal daags te wassen met pH-neutrale zeep. Gebruik lauwwarm water.
    • Gebruik bij onaangename geur zo nodig eau de toilette of parfum, maar vermijd daarbij alcoholhoudende producten. Breng deze producten aan op de kleding in plaats van op de huid.
    • Zorg voor een stabiele, koele omgevingstemperatuur. Gebruik evt. een ventilator.
    • Gebruik katoenen kleding en beddengoed en verschoon deze regelmatig. Doe eventueel een molton onder het laken of een handdoek over het kussen.
    • Gebruik speciaal sportondergoed en/of thermo-regulatoir ondergoed dat zweet afvoert en geur absorbeert.
    • Voorkom smetten of intertrigo van huidplooien door:
      • de huid deppend te drogen;
      • het gebruiken van scheurlinnen in de huidplooien (non-woven gaas of Engels pluksel);
      • het gebruik van lokale middelen: dun aanbrengen van alcoholvrije barrièrespray- of crème. Gebruik geen poeders of pasta's. Föhn de huid niet droog met warme lucht.
    • Overweeg de volgende adviezen ten aanzien van vocht en voeding:
      • Zorg voor voldoende vochtopname. Voeg zo nodig extra zout toe in de vorm van bouillon, sportdrank, soep, zoutjes of rookvlees. Geef eventueel extra vocht subcutaan of intraveneus.
      • Vermijd voedsel als dat aanleiding geeft tot (toename van) het zweten.

Stap 6: medicamenteuze behandeling

  • Overweeg behandeling met oxybutynine: startdosering 1-2dd 2,5 mg p.o.. Verhoog tot max. 4dd 5 mg op geleide van effectiviteit en bijwerkingen.
  • Overweeg bij onvoldoende effect van oxybutynine behandeling met glycopyrronium: startdosering 2dd 1 mg p.o.. Verhoog tot max. 3dd 2 mg op geleide van effectiviteit en bijwerkingen.