'Eigenlijk hoop je dat iedereen met elkaar ‘het goede gesprek’ aangaat over wensen en grenzen in de laatste levensfase' (interview)
Publicatie

'Eigenlijk hoop je dat iedereen met elkaar ‘het goede gesprek’ aangaat over wensen en grenzen in de laatste levensfase' (interview)

  • Datum publicatie 23 maart 2023
  • Auteur Rob Bruntink
  • Soort publicatie interview
Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 23 maart 2023

Kefah Allush noemde hem onlangs in het tv-programma De Kist ‘de bekendste dokter van Nederland’, en daar valt eigenlijk niets op af te dingen: intensivist Diederik Gommers. Hij werkt als hoofd van de afdeling Intensive Care bij het Erasmus MC in Rotterdam, en was in de coronajaren volop in de media aanwezig. Al 17 jaar heeft hij in zijn werk dagelijks te maken met kwesties van leven en dood. 'Eigenlijk hoop je dat iedereen met elkaar ‘het goede gesprek’ aangaat over wensen en grenzen in de laatste levensfase.'

Diederik-Gommers-Social.jpgIn het tv-programma De Kist kreeg Gommers de vraag voorgelegd hoe zijn leven zou kunnen verlopen als hij een hersenbloeding zou krijgen. Zag hij het dan zitten om zijn leven voort te zetten in een verpleeghuis? Hij antwoordde resoluut: 'Nee, dat wil ik niet. Ik wil niet afhankelijk zijn van anderen. Ik wil voor mezelf kunnen zorgen.' Allush wees hem erop dat zijn vrouw en kinderen het misschien wel heel fijn konden vinden om voor hem te zorgen. 'Ik weet niet of ik dat kan', was vervolgens de reactie. 'Ik denk dat ik me teveel tot last zou voelen.' Allush bracht in hij misschien niet eens tot last was, maar dat het ‘zorgen voor de ander’ vanuit het perspectief van zijn vrouw en kinderen misschien wel een geschenk was. Waarop Gommers concludeerde dat hij daarover nog verder in gesprek zou kunnen gaan met hen.

Tijd nemen voor een gesprek

'Het mooie van dit gespreksdeel', zegt Gommers, 'was dat dit precies symboliseert wat ik in mijn werk voortdurend tegenkom. Gedachten die je als mens over je toekomst hebt, ook over een toekomst waarin je van zorg afhankelijk kunt zijn, zijn nooit zo zwart-wit. Dat zou het wel makkelijker maken, maar er zijn nou eenmaal vele grijstinten. De gesprekken zijn eigenlijk nooit helemaal af. In mijn IC-wereld kom ik natuurlijk vaak de vrees voor een ‘kasplantjes-leven’ tegen. En hoor ik vaak de zin: ‘Zo had hij/zij het nooit gewild’, als de dreiging in de lucht hangt dat een dierbare een leven vol beperkingen tegemoet gaat. Mijn ervaring is dat je op zo’n moment niet meteen moet handelen, maar dat je de tijd moet nemen voor een gesprek met de naasten van die patiënt. Uiteindelijk wil ik een beeld krijgen van wat voor die patiënt het meest belangrijk was in zijn leven. Dat kan om allerlei bezigheden gaan, van werken in de moestuin tot dagelijks 40 kilometer fietsen. Maar voorbij die laag van bezigheden wil ik met hen ook kijken naar wat verder van belang is: haalde die patiënt, los van die bezigheden, veel vreugde uit zijn contacten met kinderen en kleinkinderen? Kon hij ook in een passieve sfeer genieten? Nee, natuurlijk zou iemand dit passieve leven nooit verkiezen boven een actief leven, dat snap ik heel goed, maar is het werkelijk zo – letterlijk – waarde(n)-loos dat we een behandeling moeten stoppen? Daarover wil ik in gesprek met de familie, voordat we als team een beslissing over de patiënt nemen.'

De wil van de patiënt vervullen

Dat gesprek met de familie is cruciaal, geeft Gommers aan. Met de meeste IC-patiënten kan hij immers niet praten, bijvoorbeeld omdat zij daarvoor te ziek zijn en gesedeerd worden. Gommers gebruikt een prachtige metafoor om het IC-verblijf te relateren aan het leven dat een patiënt tot dat moment heeft geleid: 'Ik zie het leven van een patiënt als een speelfilm. De IC-tijd is slechts een foto uit die speelfilm. Ik moet een indruk krijgen van die hele speelfilm om goede beslissingen te kunnen nemen. Naasten kunnen mij helpen die indruk te krijgen.'
Gommers maakt duidelijk dat zijn houding op dit punt wel wat is veranderd in de loop der jaren. 'Als dokter ben je natuurlijk opgeleid om mensen zo lang mogelijk te blijven behandelen, met het doel hen beter te maken. Hoe langer ik dit werk doe, hoe meer ik leer dat dat niet altijd het belangrijkste doel is. Het gaat er veel meer om dat je de wil van de patiënt vervult. Dát maakt het tot goede, passende zorg.'

Inventarisatie van behandelwensen dankzij corona

Corona heeft voor veel ellende gezorgd, maar je zou kunnen zeggen dat het ook minstens één positief effect heeft gehad: veel huisartspraktijken startten, vooral in de tijd na de eerste besmettingsgolf (maart/april 2020), gesprekken met ouderen over hun behandelwensen en -grenzen. Wilden zij bij ernstige coronaklachten naar de IC? Wilden zij aan de beademing? Huisartsen zelf, of hun praktijkondersteuners, sloegen aan het inventariseren. 'Ik denk dat dergelijke gesprekken ons hebben gered, qua capaciteit', zegt Gommers. 'Er dreigde regelmatig een tekort aan IC-bedden. Dankzij de gesprekken die huisartsen hebben gevoerd, zijn er mensen – vanuit een eigen, weloverwogen keuze – níet naar de IC gegaan die anders, zonder die gesprekken, daarvoor wel in aanmerking zouden zijn gekomen. Daardoor hebben we code zwart-praktijken, waarin we mensen toegang tot een IC-bed hadden moeten weigeren, kunnen voorkomen.'

Positieve insteek

Corona heeft laten zien dat er met ouderen heel goed te praten valt over hun behandelwensen en -grenzen, geeft Gommers aan. 'Ik zou graag willen dat de huisartsen het hadden volgehouden om dergelijke gesprekken met hun patiënten te voeren. Sterker nog: eigenlijk hoop je dat iedereen met elkaar dit ‘goede gesprek’ aangaat. Niet alleen in de gezondheidszorg, maar ook thuis. Het liefst niet onder tijdsdruk, zoals bij corona moest gebeuren, maar in alle ontspannenheid. De insteek zou kunnen zijn: hoe ziet vitaal ouder worden er voor jou uit? Wat is dan voor jou het meest belangrijk? Waar hou je van? Hoe ziet een goede dag er voor jou uit? Met dergelijke, positief geformuleerde vragen, kun je volgens mij heel goed het gesprek aangaan met ouderen over wat ze nog wel of niet willen als het einde van hun leven eraan zit te komen.'

In gesprek met eigen ouders

Terug naar het begin van het verhaal, de privé-situatie van Gommers zelf. Heeft hij dit soort gesprekken bijvoorbeeld met zijn eigen ouders gevoerd? 'Jazeker, die heb ik. Mijn vader is 88 jaar, mijn moeder 84. Vooral met mijn moeder heb ik regelmatig gesprekken over de toekomst. Ze hecht niet zoveel meer aan het leven, laat ze dan duidelijk merken. Stel dat ze op de IC terecht zou komen, dan weet ik bijvoorbeeld dat ze geen behandelingen meer wil die op levensverlenging zijn gericht. Maar nu ik dit zeg, realiseer ik me dat ik níet weet of ze bijvoorbeeld nog wel een levensverlengend bedoelde operatie zou willen ondergaan als ze plots ergens kanker zou hebben. Waarmee in feite mijn stelling uit het begin van dit gesprek weer bevestigd wordt: de gesprekken over wat mensen wel of niet willen in hun laatste levensfase zijn eigenlijk nooit helemaal af. Ze blijven belangrijk, tot het einde aan toe.'

Het interview met Diederik Gommers is gemaakt door Rob Bruntink, senior communicatieadviseur bij PZNL. De foto bij het artikel is gemaakt door Levien Willemse.

 

Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 23 maart 2023
Niet gevonden wat je zocht?
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.