Bijlage 2: Gesprekshulpen voor zorgverleners
Gesprekshulpen voor zorgverleners[1]
2a: Gesprekshulp om in gesprek te gaan met naasten tijdens het ziektetraject
Hoe is het voor u dat uw naaste zo ziek is geworden? Wat houdt u het meest bezig? |
Vraag evt door: – Wat betekent dit voor u? – Kunt u daar iets meer over vertellen? – Welk gevoel roept dat bij u op? Angst, spanning, somberheid zijn veel voorkomende gevoelens in deze |
Wat is er nu belangrijk voor u? Wat is er de komende periode belangrijk? |
Luister, vraag door. |
U kent de patiënt goed; wat kan hem/ haar rustig maken, wat vindt hij/zij prettig? |
Zeker als de patiënt zelf niet in staat is dit goed kenbaar te maken, kan deze vraag informatie geven om te zorg voor de patiënt te verbeteren. Benoem expliciet welke zorg de patiënt krijgt en dat iedereen zijn of haar best doet om zo goed mogelijk voor de patiënt te zorgen. |
Wat geeft u houvast/ steun in deze ziekteperiode? Wat gaf u steun in eerdere moeilijke periodes? |
Zoek samen naar een vorm van steun die past in de huidige situatie. Bespreek of het bijhouden van een (foto)dagboek nu of later steunend kan zijn voor patiënt, naaste of andere betrokkenen die niet langs kunnen komen. |
Wat geeft u afleiding, wat geeft u structuur in deze ziekteperiode? Is er iets, een voorwerp, muziek, foto, dat u positieve energie kan geven? |
Adviseer dingen te doen die u samen prettig vindt, bv muziek luisteren, Tv kijken. Moedig naasten aan ook ‘eigen tijd’ te maken. |
Hoe slaapt u? Komt u aan voldoende nachtrust? Kunt u in deze situatie momenten om te ontspannen vinden? |
Bespreek het belang van zelfzorg, bv door rustmomenten te creëren, goede voeding, ontspanningsoefeningen (evt. m.b.v. een app) |
Welke gevoelens gaan er in u om als u denkt over de komende tijd? (bespreek evt de mogelijke scenario’s, en bespreek wat de naaste hoopt in die situaties) |
Vertel dat de ervaring is, dat bespreken van moeilijke zaken rust, ruimte en duidelijkheid kan geven. Stimuleer te bespreken – wat u/ uw naaste wel en niet wil in deze ziekteperiode/ in de laatste levensfase, – wat u samen wilt doen, – wat uw wensen zijn mocht de ziekte leiden tot overlijden – wat u elkaar wilt zeggen: stel dat niet uit, omdat onzeker is hoe het ziektebeloop zal zijn |
Hoe ervaart u het contact met de zorgverleners? Heeft u zelf vragen of zijn er onduidelijkheden over de zorg voor uw familielid? |
Stimuleer naasten te vertellen waar zij behoefte aan hebben in het contact met zorgverleners. Help evt. vragen te formuleren bestemd voor andere zorgverleners. Adviseer evt. een afspraak te maken met betreffende zorgverlener. Als er twijfel of onvrede bestaat over de eerder gegeven zorg helpt verdedigen hiervan vaak niet. Pas, als dat kan, de zorg aan, of leg nogmaals uit waarom bepaalde zorg echt de beste zorg voor de patiënt is. |
Is er iemand in uw directe omgeving met wie u kunt praten over de ziekte van en de zorg voor uw familielid? Heeft u hulp? Hoe ziet de hulp eruit? |
Adviseer om bij de opmerking: ‘Laat maar weten als ik iets voor je kan doen’, te benoemen wat diegene kan doen (bv boodschappen, koken, etc.) of de ander te vragen een concreet aanbod te laten doen. |
Zijn er praktische problemen waar u nu tegen aan loopt? |
Vraag wie hierbij kan helpen. Bespreek zo nodig welke hulp of zorg ingezet moet worden. Wijs op mantelzorg.nl |
Heeft u behoefte aan hulp? Zo ja, welke hulp zou u prettig vinden? |
Benoem welke professionele hulp mogelijk is en wat zij kunnen betekenen. |
Zijn er onderwerpen die u met mij, of iemand anders, wilt bespreken? |
Overweeg naasten gesprekshulpen te geven zoals de Leidse Gesprekshulp, waarin onderwerpen, thema’s en voorbeeldvragen staan verwoord die voor hen van belang kunnen zijn |
2b: Gesprekshulp voor nazorggesprek
Hoe gaat het met u? |
Bespreek gevoelens. Geef de naasten blijk van medeleven. |
Waar zou u graag over willen praten? |
|
Hoe zijn het afscheid en de uitvaart verlopen? |
|
Hoe kijkt u terug op de afgelopen maanden/weken? |
Benoem eventueel jouw herinneringen aan de patiënt, een specifiek moment of een reactie van de patiënt die je bijgebleven is. |
Hoe heeft u de zorg voor uw naaste ervaren? Hoe heeft u de ondersteuning voor u ervaren bij het zorgen voor uw dierbare? Hoe heeft u de zorg voor uzelf ervaren? Hoe heeft u de zorg tijdens het sterven ervaren? |
Eventueel doorvragen, bijvoorbeeld: Is er iets dat u als helpend heeft ervaren? Is er iets wat u als niet helpend of passend heeft ervaren en zou u hier iets over willen zeggen? |
Zijn er punten waarop de zorg wat u betreft beter of anders zou moeten? |
|
Heeft u vragen over waarom bepaalde zorg is gegeven en (medische) beslissingen zijn genomen? |
|
Heeft u al contact gehad met uw huisarts? |
Stimuleer naasten zo nodig zelf contact op te nemen. Eventueel aanbieden om later nog een keer contact te hebben, afhankelijk van de behoefte van de naaste. |
Heeft u behoefte aan verdere begeleiding in de komende tijd? Wilt u dit zelf met uw huisarts bespreken, of wilt u dat ik met uw huisarts overleg? |
Eventueel doorverwijzen naar aanvullende nazorg (zie bijlage XX). |
2c: gesprekshulp voor nazorggesprek door huisarts
Ik bel om te bespreken hoe het gaat, nu uw…. is overleden. Bel ik gelegen? Hoe gaat het met u? |
Luister. |
Hoe is de afgelopen tijd voor u geweest? |
Vraag evt. door: – Wat betekent dit voor u? – Kunt u daar iets meer over vertellen? – Welk gevoel roept dat bij u op? – Benoem de emotie die u hoort/ ziet Benoem dat rouwen heel persoonlijk is: iedereen rouwt op eigen manier, in eigen tempo. Er bestaat geen fout gevoel of gedrag. Ongeloof, verdriet, woede, opluchting, schuld en gemis zijn veel voorkomende gevoelens bij rouw. Benoem dat het bespreken ervan lucht kan geven en zo nodig hulp hierbij kan worden geboden. Wijs evt. op PZNL Folder een dierbare verliezen en rouw.nl |
Wat houdt u nu het meest bezig? |
Geef ruimte aan emotionele en praktische zaken. Probeer niet meteen in de probleemoplossende doe-modus te schieten; verken wat nabestaande zelf al heeft opgepakt en kom evt. later in het gesprek met suggesties/ adviezen. |
Hoe is het moment van overlijden/ afscheid geweest? |
Erken hoe moeilijk afscheid nemen is. Luister naar emoties zoals verdriet, boosheid, frustratie; benoem dat dit normale gevoelens zijn. Bespreek of er contact is geweest met de zorgverleners die de patiënt verzorgd hebben in de laatste fase, of er behoefte is die te spreken. Stem evt. met zorgverleners in het ziekenhuis af of een nagesprek plaatsvindt/ kan plaatsvinden. |
Hoe is de uitvaart geweest? |
Luister; bekrachtig de mooie aspecten, erken wat niet lukte of mogelijk was. |
Is er contact met familie en vrienden? Hoe gaat dat? |
|
Is er contact met andere zorgverleners, van patiënt of nabestaande? (bv al eerder betrokken thuiszorg, paramedici, psycholoog, specialisten) |
Vraag of zij al op de hoogte zijn van het overlijden. Stem met nabestaande af wie hen informeert. Vraag evt. toestemming om met andere zorgverleners af te stemmen over hoe nabestaande begeleid kan worden in de komende tijd. |
Hoe kijkt u terug op de zorg die uw naaste kreeg? Hoe kijkt u terug op de ondersteuning voor u bij het zorgen voor uw dierbare? |
Evt. ontevredenheid onder naasten over de geleverde zorg en bejegening voor en na overlijden kan voor langere tijd frustratie en verdriet geven. Luister en probeer, door doorvragen en samenvatten, helder te krijgen over welk aspect eventuele onvrede is ontstaan. Bespreek of jij/ andere zorgverleners hier iets van kunnen leren en/of dat je het betreurt dat de onvrede er is. |
Wat geeft u houvast/ steun in deze periode? Wat gaf u steun in eerdere moeilijke periodes? |
Zoek samen naar een soortgelijke vorm van steun die past in de huidige situatie. Stimuleer contact te houden met steunende mensen in omgeving, bv door af te spreken op een vaste dag/ tijdstip elkaar te bellen. Bespreek rol van evt. kerk, werkkring |
Wat ervaart u als troostend in deze periode? |
Bespreek of er iets is, een voorwerp, muziek, foto, dat steun kan geven? Evt. een (dank)brief schrijven aan overledene? |
Wat geeft u afleiding, wat geeft u structuur in deze ziekteperiode? |
Vraag wat de nabestaande normaal gesproken leuk en ontspannend vindt. Adviseer zo veel mogelijk door te gaan met normale dagelijkse bezigheden. |
Hoe zorgt u in deze verdrietige tijd voor uzelf? |
Heb aandacht voor slaapproblemen, afgenomen eetlust, zelfzorg (m.n. als nabestaande zelf medische problemen heeft) |
Zijn er praktische problemen waar u nu tegen aan loopt? |
Bespreek wie uit omgeving kan helpen bij praktische problemen, of dat hulpverlening gestart moet worden (bv MW, sociaal wijkteam) Wijs evt. op mantelzorg.nl en notaris.nl |
Welke hulp of steun zou u prettig vinden? |
Geef aan dat je wilt steunen bij het oppakken van het dagelijks leven. Benoem dat de meeste mensen zelf met steun van hun omgeving goed door het rouwproces heen komen, maar dat soms extra hulp nodig is. Door de komende tijd contact te houden, kan samen afgestemd worden wanneer het inroepen van extra steun nodig is. Afhankelijk van al beschikbare steun, de hulpvraag en inschatting van draagkracht van nabestaande, evt gesprek met POH-GGZ of geestelijk verzorger adviseren of regelen. |
Zijn er onderwerpen die u met mij, of iemand anders, wilt bespreken? |
|
Hoe zullen we de komende tijd contact houden? |
Doe zelf een voorstel en vraag of de naaste zich daarin kan vinden. |
-
Deze vragen kun je evt. uitprinten en als gesprekshulp bij de hand houden als je met naaste in gesprek gaat. De vragen zijn niet bedoeld om allemaal of in een vaste volgorde of in exacte formuleringen te gebruiken. ↑