Stappenplan
Diagnostiek
- Auto/hetero-anamnese en lichamelijk onderzoek
- Laboratoriumonderzoek (Hb, Ht, MCV, BSE, glucose, TSH, kreatinine)
- Neuropsychologisch onderzoek bij verdenking op aanwezigheid van mentale stoornissen en bij diagnostische onzekerheid
- CT-scan of MRI hersenen bij verdenking op vasculaire dementie, leeftijd <65 jaar, verdenking op CJD of FTD en bij twijfel over de diagnose ziekte van Alzheimer
- EEG bij twijfel over de diagnose ziekte van Alzheimer, verdenking op epilepsie, metabole/toxische/infectieuze encefalopathie of CJD
- Vaststellen van lijden c.q. onwelbevinden met behulp van de DS-DAT of MSSE
- Zorgdiagnostiek
Beleid
- Voorlichting en communicatie:
- Bespreek de diagnose.
- Stel wils(on)bekwaamheid vast.
- Wijs zo nodig een vertegenwoordiger aan.
- Maak beleidsafspraken en stel (aan de hand van wensen en prioriteiten van patiënt en naasten) behandeldoelen en behandelstrategieën vast.
- Zorg voor continuïteit van zorg en ondersteuning van de naasten, eventueel m.b.v. een regionaal dementienetwerk (indien beschikbaar).
- Overweeg behandeling van de ziekte:
- rivastigmine: startdosis 2 dd 1,5 mg p.o. of 4,6 mg/dag transdermaal, ophogen naar 2 dd 3-6 mg p.o. resp. 9,5 mg/dag transdermaal
- galantamine: startdosis 8 mg/dag p.o., verhogen tot max. 24 mg/dag p.o.
- memantine: startdosis 5 mg/dag p.o., verhogen tot max. 20 mg/dag p.o.
- Diagnostiek en beleid bij de gevolgen van dementie:
- problemen met eten en drinken:
- Onderzoek en behandel zo mogelijk de oorzaken van aanwezige problemen met eten en drinken.
- Bespreek de voor- en nadelen van de toediening van voeding en/of vocht m.b.v. PEG-katheter resp. hypodermoclyse.
- pijn:
- pneumonie:
- Bespreek de voor- en nadelen van antibioticagebruik, mede aan de hand van de ingeschatte levensverwachting.
- Start zo nodig ter verlichting van symptomen met antipyretica, zuurstof, bronchodilatantia en/of opioïde.
- paratonie:
- Differentieer paratonie met behulp van de Paratonia Assessment Instrument (PAI) van rigiditeit en spasticiteit
- Mogelijke interventies
- passiviteiten van het dagelijks leven (PDL)
- goed ondersteunende kussens of positioneringprogramma's
- probleemgedrag:
- Verricht diagnostiek van het aanwezige probleemgedrag (probleembeschrijving en verheldering, aanvullend onderzoek en onderzoek naar mogelijke oorzaken)
- Doe onderzoek naar mogelijke oorzaken vanuit lichamelijke, psychische, persoonlijke of omgevingsfactoren. Sluit een onderliggende psychiatrische stoornis zoals een angststoornis, een slaapstoornis, een psychotische stoornis of een depressieve stoornis uit.
- Psychosociale interventies worden eerst ingezet alvorens overgegaan wordt tot een medicamenteuze behandeling. Denk hierbij aan:
- psycho-educatie en omgangsadviezen
- muziektherapie, snoezelen en zintuigactivering
- aanpassen woonomgeving
- lichttherapie
- interventies op onvervulde behoeften patiënt en de mantelzorger
- Schrijf bij onvoldoende effect van psychosociale interventies of bij acute of psychiatrische problematiek psychofarmaca voor (antipsychotica, anxiolytica, antidepressiva, anti-epileptica, cholinesteraseremmers of memantine).
- agitatie/agressie:
- oxazepam: zo nodig 5-10 mg p.o. of 3 dd 5-10 mg p.o
- lorazepam: zo nodig: 0,5-1 mg p.o. of i.m. of 2 dd 0,5 mg p.o
- citalopram: 1 dd 10-40 mg p.o
- bij frontotemporale dementie: evt. trazodon 1 dd 50-300 mg p.o
- carbamazepine: dosering conform de behandeling van epilepsie en stemmingsstoornissen
- memantine: 1 dd 5 tot 2 dd 10 mg p.o.
- haloperidol: 2 dd 0,5-3 mg p.o.
- risperidon: 2 dd 0,5-3 mg p.o.
- hallucinaties/wanen:
- haloperidol: 2 dd 0,5-3 mg p.o.
- risperidon: 2 dd 0,5-3 mg p.o.
- rivastigmine: 2 dd 1,5-6 mg p.o.
- angst:
- oxazepam: zo nodig 5-10 mg p.o. of 3 dd 5-10 mg p.o
- lorazepam: zo nodig: 0,5-1 mg p.o. of 2 dd 0,5 mg p.o
- depressieve symptomen:
- citalopram: 1 dd 10-40 mg p.o
- bij frontotemporale dementie: evt. trazodon 1 dd 50-300 mg p.o
- apathie:
- bij Lewy-body dementie: rivastigmine 2 dd 1,5-6 mg p.o.
- nachtelijke onrust/omkering dag-en-nachtritme:
- risperidon: 1 dd 0,5-3 mg p.o. a.n.
- melatonine: 2,5 mg p.o. a.n.
- agitatie/agressie:
- problemen met eten en drinken:
Bewijsvoering
Beleid | Niveau van bewijsvoering | Referentie(s) |
---|---|---|
Cholinesteraseremmers bij Lewy body Dementie | 3 | Wild 2003 |
Donepezil bij Alzheimerdementie | 1 | Birks 2009 |
Cholinesteraseremmers bij Alzheimerdementie | 1 | Birks 20009 |
Cholinesteraseremmers bij Parkinsondementie | 1 | Maidment 2006 |
Donepezil bij Vasculaire Dementie | 1 | Malouf 2004 |
Rivastigmine bij Alzheimer dementie | 1 | Birks 2009 |
Galantamine bij Alzheimer dementie | 1 | Loy 2006 |
Memantine bij dementie | 1 | McShane 2006 |
Atypische antipsychotica bij agressie en psychose bij Alzheimerdementie | 1 | Ballard 2006 en 2009 |
Haloperidol bij agitatie bij dementie | 1 | Lonergan 2002 |
Antidepressiva voor depressie bij dementie | 1 | Bains 2002 |
Niet medicamenteuze interventies bij probleemgedrag bij dementie | 2/3 | Ayalon 2006, Livingston 2005 |
PDL of ondersteunende kussens bij paratonie | 4 |
Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde onderzoeken van goede kwaliteit.
Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinische onderzoeken van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken.
Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek.
Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen.