-
Pijn bij gevorderde stadia van COPD of hartfalen
- Inleiding
- Diagnostiek
- Integrale benadering
-
Beleid en behandeling
-
Causale behandeling
- Niet-medicamenteuze behandeling
- Medicamenteuze behandeling
- Speciale patiëntengroepen
-
Referenties
-
Bijlagen
Doorbraakpijn
Uitgangsvraag
Op welke wijze dient doorbraakpijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen met opioïden te worden behandeld?
Methode: consensus-based
Aanbevelingen
Bij doorbraakpijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen:
- Zorg voor goede controle van de achtergrondpijn. Documenteer de reden, de soort, de dosering en de frequentie van de doorbraakmedicatie. Pas in principe de dosering van de onderhoudsmedicatie aan als er meer dan 3x per 24 uur doorbraakmedicatie voor onvoorspelbare doorbraakpijn noodzakelijk is.
- Behandel (indien mogelijk) de oorzaak van de doorbraakpijn.
- Vermijd of behandel (indien mogelijk) uitlokkende factoren van de doorbraakpijn.
- Combineer de medicamenteuze behandeling van doorbraakpijn met niet-medicamenteuze behandeling.
- Start bij onvoorspelbare doorbraakpijn met een snelwerkend fentanylpreparaat (Rapid Onset Opioid, ROO). Schrijf een immediate release (IR) opioïd voor als het effect van het snelwerkend fentanylpreparaat onvoldoende lang aanhoudt.
- Kies bij voorspelbare doorbraakpijn voor een IR opioïd of een snelwerkend fentanylpreparaat; houd bij het tijdstip van toediening rekening met de tijd die nodig is voor het optreden van het pijnstillende effect.
- Laat u bij de keuze van het soort snelwerkende fentanylpreparaat of van het soort IR opioïd primair leiden door de voorkeur, mogelijkheden en beperkingen van de patiënt; weeg zo nodig de kosten mee bij de keuze.
- Start bij een snelwerkend fentanylpreparaat met de laagste dosering (met uitzondering van het sublinguale tablet van 67 microgram) en titreer de dosis aan de hand van het effect op de doorbraakpijn.
- Start bij een IR opioïd met 1/6 van de (equivalente) dagdosering van het opioïd.
Er is geen literatuur gevonden over de behandeling van doorbraakpijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen.
De werkgroep ziet geen reden waarom doorbraakpijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen anders behandeld zou moeten worden dan doorbraakpijn bij patiënten met kanker. De aanbevelingen zijn dan ook hetzelfde als bij patiënten met kanker.