Download hele richtlijn
-
Pijn bij gevorderde stadia van COPD of hartfalen
- Inleiding
- Diagnostiek
- Integrale benadering
-
Beleid en behandeling
-
Causale behandeling
- Niet-medicamenteuze behandeling
- Medicamenteuze behandeling
- Speciale patiëntengroepen
-
Referenties
-
Bijlagen
Zelfmanagement
Uitgangsvraag
Hoe stellen zorgverleners de patiënt met gevorderde stadia van COPD of hartfalen in staat zo zelfstandig mogelijk de pijn te managen?
Methode: consensus-based
Aanbevelingen
- Nodig de patiënt uit zelf zoveel mogelijk de regie van de pijnbehandeling op zich te nemen. Doe dat op basis van de wensen en mogelijkheden van de patiënt.
- Spreek met alle betrokken zorgverleners af wie voor de patiënt het eerste aanspreekpunt is voor de behandeling van pijn en leg dit vast in de diverse afzonderlijke patiëntendossiers (huisarts, ziekenhuis, verpleeghuis, thuiszorg, etc.).
- Spreek af hoe de taakverdeling en verantwoordelijkheden van de betrokken zorgverleners verdeeld zijn bij de behandeling van pijn bij patiënten met kanker.
- Zorg ervoor dat de doelen van de behandeling worden genoteerd in een zorgplan, evenals afspraken over verantwoordelijkheden en beleid, wie wanneer aanspreekpunt is bij problemen, zoals een pijncrisis, en hoe die zorgverlener bereikbaar is.
- Houd contact met de patiënt, maak controleafspraken, evalueer en toets het effect van het zelfmanagement op gezette tijden, stel bij gewijzigde omstandigheden de mate van zelfmanagement bij.
Er is geen literatuur gevonden over het effect van zelfmanagement op pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen.
De werkgroep ziet geen reden waarom de aanbevelingen voor het bevorderen van zelfmanagement anders zouden zijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen dan bij patiënten met kanker. De aanbevelingen zijn dan ook hetzelfde als bij patiënten met kanker.