Laatste levensfase
Overgang naar terminale zorg
In de laatste levensfase bestaat palliatieve zorg uit terminale zorg (levenseindezorg). Deze term wordt gebruikt als de levensverwachting medisch gezien maximaal drie maanden is. De nadruk ligt nu op waardig leven en waardig sterven.
Sterven betekent het leven loslaten. Alles achterlaten wat je lief is. Iedereen begrijpt dat dit moeilijk is. Praten met mensen die vertrouwd zijn geeft steun. Ook gesprekken met een geestelijk verzorger helpen mensen in deze fase. Verder zijn ook in deze periode van de palliatieve zorg opgeleide vrijwilligers beschikbaar. Zij ondersteunen jou en je mantelzorger(s) of zorgen voor tijdelijke steun door praktische hulp, aandacht of door te waken.
De zorgprofessional bespreekt met jou en/of je naaste wat belangrijk is bij de afronding van het leven.
Denk bijvoorbeeld aan:
- Gewenste plaats van zorg en sterven;
- Wat heb je nodig om het vol te houden (zowel lichamelijk als emotioneel), waar ben je bang voor;
- Wat voor jou goed afscheid nemen en uitvoeren van rituelen inhoudt;
- Wensen en behoeften bij het stervensproces, betrokkenheid en ondersteuning van naaste en de praktische zaken vlak voor en na het overlijden.
’Ieder mens en ieder sterfbed is uniek’
De stervensfase
De stervensfase omvat de laatste dagen (tot zeven dagen) van het leven. In de stervensfase vinden lichamelijke en geestelijke veranderingen plaats die wijzen op het naderend sterven. Niet alle veranderingen zien we bij iedere stervende. Ook de volgorde waarin ze verschijnen verschilt.
Start van stervensfase
Aanwijzingen voor het begin van de stervensfase zijn:
- Je hebt een verminderde behoefte aan eten en drinken;
- Je ademhaling wordt onregelmatig;
- Je trekt je terug uit het leven, steeds meer tijd breng je slapend door;
- Je komt (bijna) niet meer uit bed;
- Je vertelt nog dingen die je kwijt wilt nu het nog kan.
Ieder sterfbed heeft een eigen tempo. Soms lijkt de geest klaar, maar is het lichaam nog niet zo ver. Soms is het andersom.
Zorg na overlijden
Na het overlijden krijgen je nabestaanden rustig de tijd om afscheid te nemen. De huisarts stelt de dood officieel vast en vult de overlijdenspapieren in. Die papieren zijn nodig voor het aanvragen van een ‘Akte van overlijden’ bij de gemeente; dit hebben de nabestaanden nodig om allerlei zaken te regelen.
Een uitvaartverzorger verleent de laatste zorg zoals jij dat hebt aan gegeven. Dit kan ter plekke of in een uitvaartcentrum. In beide gevallen mogen je nabestaanden, als ze dat willen, deze laatste zorg zelf geven. Dat kan met ondersteuning van een zorgprofessional of uitvaartverzorger. Hulpmiddelen zoals een pacemaker of ICD verwijdert de uitvaartverzorger.