Waaraan herken ik de stervensfase?

“Hoe lang gaat het nog duren?”, “Moet ik familie gaan bellen?” Het zijn vragen die wijkverpleegkundigen en huisartsen weleens horen bij stervende patiënten. Je kunt in de PaTz groep bespreken:

  • Hoe herken jij de stervensfase?
    Je kunt dit bespreken door alle PaTz deelnemers in de PaTz bijeenkomst te vragen op te schrijven wat ze kunnen waarnemen met hun zintuigen als iemand in de stervensfase is. Bespreek de antwoorden. Is er verschil tussen de antwoorden van wijkverpleegkundigen en die van artsen? Vergelijk de gegeven antwoorden met de signalen hieronder beschreven.
  • Hoe reageer jij als een naaste vraagt: “Hoe lang gaat het nog duren?”, “Moet ik familie gaan bellen?”

ZIEN

  • ‘Doodsmasker’
  • Neus ‘steekt meer uit’
  • Rusteloosheid (terminaal delier)
  • Niet/nauwelijks eten en drinken, moeilijk slikken
  • Ernstige vermoeidheid/verzwakking (Karnovsky performance status ≤ 30)
  • Verminderd bewustzijn
  • Toenemende desoriëntatie (soms hallucinaties)

VOELEN - TAST

  • Vastklampen
  • Zoekend, plukkend gedrag
  • Snelle, zwakke pols
  • Koud aanvoelende extremiteiten

RUIKEN

  • Doodslucht
  • Typische ademgeur
  • De ‘doodsangst’

HOREN

  • Patiënt vertelt dat het einde nadert; vraagt om ziekenzalving
  • Patiënt klaagt over (intense) kou
  • Verminderde communicatie
  • Hoorbare, reutelende ademhaling; Cheyne-Stokes ademhaling

INTUITIE – ZESDE ZINTUIG en WETEN (kennis, ervaring)

  • Veranderingen van gedrag
  • Niet-pluisgevoel, Je ‘weet’ het
  • De patiënt doet iets ongewoons; neemt bijvoorbeeld anders afscheid …
  • Vreemde dromen over overleden mensen, angstdromen, ….

Stervensproces (Hockley et al. 2010)

Herken het sterven – patiënt heeft misschien week/weken te leven:

  • Is een groter deel van de dag aan het slapen dan dat hij/zij wakker is
  • Is niet langer geïnteresseerd in eten
  • Drinkt onvoldoende

Perifere shutdown – patiënt heeft misschien dag/dagen te leven:

  • Deels bij bewustzijn
  • Spitse neuspunt
  • Moeizame ademhaling
  • Blauwe en koude extremiteiten / vlekken – iemand hoeft het zelf niet koud te hebben en kan rusteloos overkomen, wat vaak wordt veroorzaakt doordat ze het te warm hebben
  • Reutelen – niet in staat zijn om slijm uit de luchtpijp op te hoesten

Centrale shutdown – patiënt heeft misschien uur/uren te leven:

  • In coma
  • Zwakke pols
  • Ademhaling wordt ‘oppervlakkig’
Contact
Neem voor vragen contact met ons op