Theoretische modellen over rouw

Er zijn verschillende theorieën en modellen waarin het proces van rouw beschreven wordt. De twee bekendste (model 1 en 2) en twee nieuwste (model 3 en 4) staan hier genoemd.

1. Het 5 fasen model van Elisabeth Kübler‐Ross

In de jaren ’70 beschreef Elisabeth Kübler‐Ross rouw als een proces in 5 fasen: ontkenning, woede, onderhandeling, depressie en aanvaarding. Hoewel Kubler – Ross dit zelf nooit zo bedoeld heeft, wordt het model vaak als ‘dwingend’ of ‘normatief’ ervaren. De fasen volgen elkaar zelden mooi op. Bovendien geeft het de indruk dat iedereen het rouwproces altijd in precies deze 5 stappen doorloopt, terwijl dat niet zo hoeft te zijn.

2. De rouwtaken van William Worden

Dit model gaat uit van taken waaruit een rouwproces bestaat. Volgens dit model komen de betreffende taken in een gezond rouwproces alle vier aan de orde, maar doorloopt een rouwende ze niet in een vaste volgorde. Het kan heel goed zijn dat er soms twee tegelijk spelen, of dat een taak op verschillende momenten terugkomt. In de Richtlijn Rouw op Pallialine staan de vier rouwtaken als volgt beschreven:

  • De werkelijkheid van het verlies onder ogen zien: Het duurt enige tijd voordat de verdoving en onwerkelijkheid wegtrekt.
  • De pijn van het verlies ervaren: Het is onmogelijk om iemand te verliezen van wie je veel hebt gehouden en geen pijn te voelen.
  • Zich aanpassen aan het leven zonder de overledene: Afhankelijk van wat de overledene betekende houdt dit in vervanging zoeken voor bepaalde functies en taken, een nieuw dagelijks ritme vinden, verwerken van het verlies van status.
  • De draad weer oppakken: Dit betekent opnieuw leren houden van de mensen en het leven.

3. Het duale procesmodel van Maggie Stroebe

Dit model gaat uit van twee werkelijkheden die aandacht vragen in een rouwproces:

  • De rouwende is een dierbaar iemand verloren en moet daarin een weg zien te vinden.
  • Tegelijkertijd is er het eigen leven dat verder moet gaan.

Aan de ene kant heeft men tijd en ruimte nodig voor het verdriet, en aan de andere kant vraagt het dagelijkse leven aandacht. Rouwen is een voortdurend schakelen tussen of balanceren van deze werkelijkheden. Gezond rouwen is heen en weer bewegen tussen de verliesgerichtheid en de herstelgerichtheid.

4. Het Integratief model van Johan Maes

Het uitgangspunt van het Integratief Model is dat rouwen een persoonlijk en uniek proces is. Er bestaat geen goed of fout en het ligt ook niet vast hoe lang een rouwproces duurt. De ene mens rouwt anders dan de andere. Zo is het voor sommigen
goed om snel weer aan het werk te gaan en voor anderen juist niet. Of is het voor sommigen goed om er zo veel mogelijk over te praten, is voor anderen een creatieve uitlaatklep belangrijk (bv. schilderen, schrijven), en weer anderen zoeken een nieuwe hobby of pakken een oude weer op. Ook de sociale context is belangrijk; relaties en sociale rollen kunnen veranderen. Zo wordt iemand bijvoorbeeld door het verliezen van een partner een alleenstaande, of een dochter krijgt meer mantelzorgtaken voor haar vader nu haar moeder is overleden. En reacties van familie, vrienden,
collega’s bepalen mede hoe de rouwende met het verlies omgaat.
 

Contact
Neem voor vragen contact met ons op