Palliatieve zorg voegt kwaliteit van leven toe in de laatste levensfase
OUD-BEIJERLAND – Palliatieve zorg – zorg tijdens het levenseinde – is gericht op kwaliteit van leven. De inzet van vrijwilligers kan daarbij een belangrijke rol spelen. Evenals het gesprek – luisteren, hoop bieden – in de laatste levensfase en samenwerking binnen de zorg. Dat kwam duidelijk naar voren tijdens het symposium ‘Aan zet… met de huidige inzet in de palliatieve zorg’ op 2 november in Oud-Beijerland.
Het symposium was een initiatief van het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Hollandse Eilanden, kort na de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg op de tweede zaterdag van oktober. Ongeveer 110 belangstellenden bezochten het symposium, dat behalve een drietal inleidingen – over vrijwilligers, gesprek en samenwerking – ook een aantal workshops bevatte. Gesproken columns door Eva Koenraadt en Troostmuziek van Martine van Wensveen maakten het veelkleurige plaatje compleet.
Vrijwilligers
De regio Zuid-Hollandse Eilanden telt vier hospices: De Waterlelie in Spijkenisse, Hoeksche Waard in Zuid-Beijerland, Calando in Dirksland en Nathrine in Rozenburg. Die bieden palliatieve zorg. De eerste drie niet alleen in het hospice zelf, maar ook in de thuissituatie, bij mensen die hun laatste levensfase thuis doorbrengen. Vrijwilligers zijn getraind om daar aandacht en ondersteuning te bieden. Daarbij kunnen ze ook de mantelzorger helpen én ontlasten. De vrijwilligers zijn er niet om medische handelingen te verrichten of zwaar huishoudelijk werk te doen. “Er zijn”, gaf vrijwilliger Wies de essentie aan tijdens een gesprek met Marleen Boertje, coördinator in De Waterlelie. “Het maakt niet zoveel uit wat je verder doet. Het belangrijkste is dat je het doet met liefde en aandacht. Het is voor de mantelzorger ook fijn dat je er bent.” Hanneke, die vrijwilligers over de vloer kreeg toen haar man ziek was, beaamt dat. “We hadden heel veel zorg en huishoudelijke ondersteuning in de laatste fase. De vrijwilligers zorgden voor iets extra’s, dat mij, als mantelzorger, erdoorheen heeft geholpen. Even wat tijd voor mezelf, even rust om weer op te laden, dat was zó belangrijk.” De dagvoorzitter van het symposium, Saskia Rijke, geestelijk verzorger en verbonden aan het Centrum voor Levensvragen ZHE, vatte het in één woord samen: nabijheid.
Gesprek
Kwaliteit van leven toevoegen in de laatste levensfase gebeurt ook door het voeren van gesprekken. Rond het levenseinde kunnen immers allerlei vragen naar boven komen, maakte huisarts en kaderarts palliatieve zorg Heleen de Kort duidelijk. Vragen over lichamelijke en sociale aspecten, zoals: ‘Hoe ga ik om met pijn? en ‘Kan ik thuis blijven wonen?’. Maar ook vragen over zingeving en psychische aspecten: ‘Wie ben ik nog?’ en ‘Hoe ga ik om met mijn angst, verdriet, boosheid of machteloosheid?’. In zo’n gesprek draait het om luisteren en het bieden van hoop. “Hoop haalt je door de dag heen. Dat helpt, ook in de laatste levensfase. Hoop is waardevol, hoop doet leven”, zei Violieke van Eijk, palliatief verpleegkundige van Careyn. “Zet de deur open en ga het gesprek aan.”
Samenwerking
Goede ervaringen zijn opgedaan met Palliatieve Thuiszorg-groepen (PaTz). Daarin werken verschillende disciplines in een wijk samen: huisartsen, verpleegkundigen, de apotheker, de geestelijk verzorger, de consulent en eventueel een medisch specialist. Eén keer per twee maanden bespreken ze patiënten. Daarbij gaat het om het anticiperen op te verwachten problemen, de analyse van knelpunten en een betere afstemming van de zorg. “Het netwerk is ontzettend belangrijk”, aldus Annemiek Talsma, huisarts en kaderarts palliatieve zorg. “Samen maak je keuzes en je leert van elkaar.” In de workshops van het symposium kwamen ook andere aspecten van de palliatieve zorg aan bod. Zoals de waarde van het waken: hoe zorg je voor iemand in zijn of haar laatste dagen of uren, hoe ben je nabij en hoe neem je afscheid? In een andere workshop testten de deelnemers hun kennis door het spel Triviant Palliatieve Zorg te spelen. Bezoekers konden ook kiezen voor workshops over ‘waardevolle gesprekken rondom het sterven’ en ‘zingeving in de palliatieve fase’.