Nieuws NPZ Utrecht stad en Zuidoost-Utrecht 13 december 2022

Uit het netwerk: AxionContinu wil het samen doen

“Het zou ideaal zijn als we elkaar binnen het netwerk aanvullen"

Wie maken er allemaal onderdeel uit van de Netwerken Palliatieve Zorg Utrecht stad en Zuidoost-Utrecht? We stellen de leden aan je voor. Dit keer praten we met Machteld van Raalte, van AxionContinu.

Expert worden in palliatieve zorg, dat wil AxionContinu. “Er is in de samenleving steeds meer aandacht voor het belang van goede zorg in de laatste levensfase, zowel transmuraal als in de thuissituatie,” vertelt Machteld van Raalte. Ze is leidinggevende bij het Eerstelijns Expertisecentrum, divisie Thuis, bij AxionContinu. “Steeds meer mensen blijven in de laatste fase van hun leven thuis wonen. Dan wil je dat ze daar comfortabel zijn en dat hun naasten niet overbelast raken. Verpleeghuiszorg is er ook anders gaan uitzien: vroeger woonden mensen er járen, nu gemiddeld nog maar negen maanden. Dat betekent dat de zorg die daar geboden moet worden voor een groot deel palliatief is.”

Zelfevaluatie
De bestuurder van AxionContinu, Martin den Hartog, draagt palliatieve zorg een warm hart toe, vertelt Van Raalte. “Evenals veel andere medewerkers van onze organisatie. We weten van hoeveel waarde het kan zijn. Maar we weten ook dat we nog veel te leren hebben met elkaar.” Daarom wilde AxionContinu in kaart brengen hoe het ervoor staat met de kennis en kunde in de divisie Thuis. “Hoe zetten we palliatieve zorg nu in? Komen de vier dimensies – lichamelijk, psychisch, sociaal en zingeving – terug in ons aanbod? We gebruikten daarvoor de zelfevaluatie van PZNL.”

Op dit moment worden de resultaten daarvan uitgewerkt in een plan van aanpak voor deskundigheidsbevordering. “Dat kan op verschillende manieren: scholingen, casuïstiekbesprekingen en bedside teaching, waarbij een specialist palliatieve zorg meegaat op huisbezoek met een wijkverpleegkundige of een verzorgende. We willen dat onze zorgverleners genoeg kennis en kunde hebben op het gebied van zorg, maar ze ook uitrusten met de vaardigheden om gesprekken te voeren over de wensen rondom het levenseinde. Wijkverpleegkundigen hebben bijvoorbeeld een belangrijke signaleringsfunctie. Wat hebben zij nodig om een goed gesprek over de laatste levensfase aan te gaan? Hoe weten andere zorgverleners daarna ook wat de wensen zijn? En hoe worden de wensen opgepakt?”

Door de fusie met Hospice Demeter – die nu samen met Hospice IJsselstein onder de AxionContinu-vlag vallen – is er extra kennis over palliatieve zorg in huis gekomen.

Mobiele teams
Een andere stap richting betere palliatieve zorg is het werken met mobiele teams. “Daarin zitten verschillende zorgverleners, zoals een specialistisch verpleegkundige palliatieve zorg en oncologie, specialist ouderengeneeskunde en geestelijk verzorger. Als iemand door de huisarts of het ziekenhuis in de wijk wordt aangemeld, dan kijkt het mobiele team: wat is de medische situatie, hoe ziet zijn of haar huis eruit, wat is er nodig? Moet er een ergotherapeut worden ingevlogen, is er een behoefte aan respijtzorg of een hospice? Dus niet meer allemaal aparte zorgverleners die langs elkaar heen werken en niet weten wat de ander doet. Eén persoon treedt op als casemanager, die zet op het juiste moment andere zorgverleners in. Zo is helder wie wanneer waarvoor wordt ingezet. Dat is de droom in ieder geval: het is allemaal nog in de ontwikkelfase.” Wat Van Raalte ook graag zou willen is dat zo’n team ook betrokken blijft bij een cliënt als hij of zij bijvoorbeeld tijdelijk opgenomen in een hospice voor respijtzorg.

Dromen: meer samenwerking met verschillende aanbieders
Niet alleen binnen AxionContinu moeten zorgverleners om een cliënt staan, ook tússen verschillende zorgaanbieders kan de samenwerking beter. “Binnen de netwerken palliatieve zorg wordt er nu vooral samengewerkt op het gebied van kennisdelen en overdracht. Het zou zo mooi zijn als we over de muren heen samenwerken. De juiste zorg op de juiste plek. Echt góede overdrachten doen. Als iemand wordt ontslagen uit het ziekenhuis en wordt aangemeld in de wijk, moet je niet pas bij aankomst in zijn huis op driehoog constateren dat hij dat huis dus niet meer uitkomt omdat hij niet meer kan lopen. Hoe mooi zou het zijn als dat al geconstateerd wordt vóórdat iemand wordt ontslagen uit het ziekenhuis, en er passend aanbod wordt geregeld?”

Daarnaast ziet Van Raalte dat door schaarste van middelen en medewerkers goede zorg in het geding komt. “Het zou ideaal zijn als we elkaar binnen het netwerk kunnen aanvullen. Bij de ene zorgaanbieder is een bepaalde vraag, bij een andere aanbieder aanbod. Zo komt de juiste zorg echt op de juiste plek terecht.” Om te beginnen zou er een gezamenlijke wachtlijst moeten zijn voor hospices, oppert ze, zodat mensen maar op één plek hoeven kijken als ze een bed zoeken. Ook ziet ze kansen op het gebied van anderhalvelijnszorg. “Hoe kan je voorkomen dat mensen met een chronische aandoening worden opgenomen? Hoe kunnen we een situatie creëren tussen thuis en de spoedeisende hulp?”

Een echt netwerk
Uiteindelijk zouden we naar een situatie moeten gaan die meer als een echt netwerk voelt, geeft Van Raalte aan. “Waarin we niet allemaal vergelijkbare diensten aanbieden, maar elkaar echt aanvullen. Over de muren heen werken. Dat is een weg die we nog te bewandelen hebben. Een persoonlijk gezondheidsdossier zou daarbij ook erg helpen. Als de cliënt eigenaar is en bepaalt met wie het gedeeld wordt, omzeilen we meteen veel AVG-discussies.”

INTERESSANT