'Is het naar om dood te gaan?'
Nieuws
NPZ Utrecht stad en Zuidoost-Utrecht
13 mei 2022
"Waar hebben jullie het over? vraag ik als ik thuiskom en mijn man en onze driejarige kleindochter in gesprek zie. Over de dood, zeggen ze beide monter. Niet dat er een directe aanleiding voor is, maar de peuter heeft gewoon veel vragen. Hoe zie je er dan uit? Is het naar om dood te gaan? Wie gaat er het eerst dood? In de loop van ons leven raken we veel van die kinderlijke openheid en verwondering kwijt.”
Zo startte voorzitter van de Raad voor de Samenleving (RVS) Jet Bussemaker haar toespraak bij de publicatie van het advies Stervelingen dat onlangs werd uitgebracht. Sterfelijk zijn we allemaal. Maar toch lijkt het of we onze eigen dood steeds verder verbannen uit ons dagelijks bestaan. De RVS streeft naar nieuwe manieren waarin we de dood, verlies en rouw als onderdelen van het leven zien.
Sterven als medische gebeurtenis
Dit advies normaliseert de dood als onderdeel van het leven. Sterven is niet alleen een medische gebeurtenis, maar ook een maatschappelijke. Goede ondersteuning van mensen die met de dood te maken krijgen, is moeilijk te vatten in protocollen of gedetailleerde regelgeving. Werkgevers en collega’s onderling, scholen en organisaties kunnen beter samenleven met de dood faciliteren door in gesprek te gaan over specifieke behoeften. Dit inspiratieadvies gaat in op wat beter samenleven met de dood van de samenleving in bredere zin vraagt.
Sterven als maatschappelijke gebeurtenis
In de podcast Stervelingen komen verschillende mensen aan het woord die op een indringende manier met de dood te maken hebben. In het publieke debat wordt vaak abstract over de dood gesproken: als statistieken, als fenomeen dat voorkomen dient te worden of als oplossing voor lijden. Met de podcast vertrekken we vanuit het idee dat sterven en rouwen geleefde, belichaamde en concrete gebeurtenissen voor mensen zijn.
Wat vraagt dit van de zorg?
Dit advies gaat over het belang van passende zorg en ondersteuning voor mensen voor wie de dood door ziekte of toenemende kwetsbaarheid in zicht komt, zonder dat duidelijk is wanneer deze zal volgen. Het is daarbij niet altijd wenselijk dat het medische perspectief zo lang en zo vanzelfsprekend centraal staat. Dit advies richt zich daarbij vooral op wat dit vraagt van de zorgsector.