5 vragen aan... Kristel

Nieuws NPZ Twente 10 oktober 2025

Binnen de Netwerken Palliatieve Zorg Twente houden ontzettend veel mensen zich bezig met palliatieve zorg. Wie zijn dat precies en hoe kijken zij naar het thema Leven tot het laatst? Vandaag - in het kader van de Week van de Palliatieve Zorg 2025 - 5 vragen aan Kristel Haarman, verpleegkundig specialist Consultteam Palliatieve Zorg bij ZGT en lid van ons netwerk.

1. Hoe geven jullie bij het ZGT vorm aan ‘leven tot het laatst’, het thema van de Week van de Palliatieve Zorg?

“Via intranet zijn we al weken geleden begonnen met het vragen van aandacht voor de Week van de Palliatieve Zorg. Soms op een serieuze toon en soms ook met beetje humor brengen we de zorg voor palliatieve, terminale en kwetsbare mensen onder de aandacht. Daarnaast zijn mijn collega verpleegkundig specialist en ik de poli’s en de afdelingen langs gegaan om aandacht te vragen voor onze patiëntencategorie. Daar kwamen goede gesprekken en consulten uit voort.”

2. Veel mensen denken dat palliatieve en terminale zorg hetzelfde zijn. Hoe gaan jullie daar bij het ZGT mee om? Maken jullie zelf een duidelijk onderscheid?

“Wij maken zeker onderscheid. Tijdens onze consulten is hier ook altijd veel aandacht voor. Patiënten kunnen jaren palliatief zijn, de terminale fase kun je ongeveer de laatste drie maanden van het leven noemen. Dat onderscheid benoemen neemt vaak angst weg. Ik vind het verbazingwekkend hoe onbekend dit nog is bij professionals, dus ook in ons onderwijs komt dit nog altijd aan bod.”

3. Wat is de grootste fabel die je kent over palliatieve zorg? En hoe zit het dan echt?

“Dat er alleen maar ellende en narigheid speelt. De kunst is om ook in deze fase met patiënten, naasten en professionals de hele mens te zien, dus in alle dimensies van de palliatieve zorg. Dan komt er vaak zoveel ruimte voor verbinding en zaken die er voor mensen echt toe doen. En dat hoeft echt niet altijd alleen maar verdrietig te zijn.

O ja, en dat we als professionals ‘niks fout kunnen doen’ in de laatste levensfase. Ik doel dan op  ‘goed sterven’: het gaat erom wat de patiënt ‘goed sterven vindt’, niet wat ik zelf vind. Dat is zo belangrijk! Niet alleen voor de stervende zelf, maar zeker ook voor de naasten. Zij moeten er nog mee verder. ‘The way people die remains in the lives of those who live on’. Dat is echt zo.”

4. Palliatieve zorg bestaat uit 4 dimensies: lichamelijke zorg, psychische zorg, sociale ondersteuning en zingeving. Hoe passen jullie dit toe in de praktijk?

“Dit doen we dagelijks in onze consulten, dus in de gesprekken met patiënten en naasten. Alle dimensies komen aan bod. We koppelen dat ook altijd terug aan de medisch specialist, arts assistent en verpleegkundige, zodat zij een holistisch beeld krijgen van de patiënt en naasten.”

5. Wat is het meest ontroerende of meest indrukwekkende moment dat je ooit hebt meegemaakt in de palliatieve zorg?

“Als ik één situatie zou noemen, doe ik al mijn andere patiënten en naasten tekort. Het is elke keer weer een voorrecht om in de palliatieve, terminale of stervensfase zo dicht bij mensen te mogen komen. En te ervaren dat mensen je vertrouwen. Palliatieve zorg doet ertoe.”

 

Contact