Interview met Thessa Blotenburg – verpleegkundige oncologie en hematologie, Meander Medisch Centrum

Nieuws NPZ Eemland 28 oktober 2025

“Naastenparticipatie vraagt niet alleen iets van familie, maar ook van ons als verpleegkundigen”

In het Meander Medisch Centrum vond van februari tot en met mei 2025 het ‘Project Naastenparticipatie’ plaats: een initiatief om familie en naasten van patiënten actief te betrekken bij de zorg in het ziekenhuis. Thessa Blotenburg, verpleegkundige op afdeling B5 (oncologie en hematologie) en lid van het projectteam, vertelt over dit project, de eerste ervaringen en wat dit vraagt van verpleegkundigen én familie.

Wat houdt het project Naastenparticipatie in?

Het project is eigenlijk een vervolg op de verruiming van de bezoektijden. We merkten dat familie er vaker en langer wilde zijn, en daar wilden we beter op inspelen. Met Naastenparticipatie onderzoeken we hoe we mantelzorgers meer kunnen zien als partners in de zorg. Wat hebben zij nodig, wat hebben wij als verpleegkundigen nodig, hoe leg je dat goed vast, en tegen welke overtuigingen of praktische problemen loop je aan – bij zowel familie als zorgverleners.

Het project liep enkele maanden op de afdelingen vaat- en longchirurgie en oncologie. Die combinatie gaf mooie inzichten, juist omdat de afdelingen qua cultuur en patiëntenpopulatie zo verschillend zijn. Op oncologie is familie vaak al intensief betrokken bij het ziekteproces; daar is het vanzelfsprekender om met naasten te overleggen. Op een chirurgische afdeling is dat minder ingeburgerd – daar is de gedachte eerder: de patiënt is opgenomen, dus wij nemen de zorg over.

Wat is het doel van Naastenparticipatie?

In de kern gaat het om samen zorgen tijdens de opname, zodat het hele proces vóór, tijdens en na het ziekenhuisverblijf soepeler verloopt. Als iemand thuis ook zorg krijgt van een partner of familielid, is het logisch om die persoon ook tijdens de opname te betrekken.

Onderzoeken uit het AMC en ervaring van het St. Antonius wijzen uit dat naastenparticipatie kan leiden tot minder heropnames en kortere ligduren. 

Welke handelingen of onderwerpen bespreken jullie met de naasten?

Het begint altijd met een gesprek: wat wilt u zelf doen, wat vindt u prettig, en wat past bij uw situatie? Soms gaat het om kleine dingen, zoals helpen bij eten geven, tandenpoetsen of meelopen naar een onderzoek. Zulke taken lijken eenvoudig, maar ze hebben een groot effect op de betrokkenheid van familie én op het welzijn van de patiënt.

In sommige gevallen leren familieleden ook een handeling die thuis nodig is, zodat de overgang na ontslag makkelijker wordt. Soms was zelf de inzet van thuiszorg niet nodig. Hierdoor konden mensen ook eerder met ontslag. 

Wat opviel, is dat de overgrote meerderheid aangaf zich veilig te voelen bij het helpen in de zorg. Veel van hen zouden bij een volgende opname graag weer participeren, omdat ze het gevoel hadden écht iets bij te dragen.

“Het succes van naastenparticipatie valt of staat met een goed gesprek, niet alleen over wat iemand kan, maar vooral over wat iemand wíl doen.”

Wat zijn de resultaten tot nu toe?

De pilot heeft veel enthousiasme opgeleverd. De meeste mantelzorgers gaven aan dat ze het als positief en betekenisvol ervaarden om mee te doen. Ook verpleegkundigen zagen de meerwaarde, al vraagt het in het begin wel wat extra tijd.

Opvallend genoeg blijkt dat die extra tijd meestal beperkt blijft. Veel verpleegkundigen gaven aan dat het nauwelijks meer werk kost, en dat de investering zich later terugbetaalt: de patiënt kan sneller naar huis, en de thuissituatie is beter voorbereid.

Het project laat ook zien dat naasten en mantelzorgers hierdoor meer zelfvertrouwen krijgen in hun rol. Ze weten beter wat er thuis nodig is en voelen zich meer onderdeel van het zorgteam. Het gaat om die driehoek patiënt, naaste en zorgverlener. Met elkaar ben je een zorgteam waarbij je allemaal je eigen expertise inbrengt.

Hoe reageren de naasten zelf?

Heel verschillend. Sommigen vinden het vanzelfsprekend om te helpen - ze doen het met liefde en betrokkenheid. Anderen geven eerlijk aan dat ze willen, maar dat het praktisch lastig is vanwege werk of kinderen.

We zien dat als mensen eenmaal meedoen, ze allemaal enthousiast zijn. Ze voelen zich betrokken, krijgen meer vertrouwen, en begrijpen beter wat er in het ziekenhuis gebeurt. Dat maakt het contact met verpleegkundigen ook soepeler.

En hoe reageren verpleegkundigen?

Iedereen vindt het in theorie een goed idee – het past bij de huidige ontwikkelingen in de zorg. In de praktijk is het soms nog zoeken. Het vraagt dat je als verpleegkundige het gesprek aangaat, verwachtingen bespreekt en duidelijk bent over wat haalbaar is. Dat kost in het begin tijd, terwijl je de winst vaak pas later ziet.

Verpleegkundigen die er ervaring mee hebben opgedaan, zeggen nu dat het uiteindelijk juist rust geeft op de afdeling. Familieleden nemen een deel van de zorg over, en de patiënt voelt zich gesteund. Die positieve effecten motiveren weer om ermee door te gaan.

Jullie zijn zelf ook geschoold in het voeren van gesprekken met naasten?

Ja, mijn collega Judith Kooij en ik zijn opgeleid aan de Amstel Academie voor naastenbegeleiding. Daarbij gaat het om vragen als hoe krijg je als verpleegkundige de naaste toegerust om dit te gaan doen en tegen welke hobbels lopen verpleegkundigen aan. Nu gaan wij de verpleegkundigen van andere afdelingen hierin trainen.

Het succes van Naastenparticipatie hangt echt samen met een goed gesprek. Hoe nodig je iemand uit om mee te doen, zonder dat het als verplichting voelt? Hoe bespreek je grenzen of zorgen? Dat vraagt communicatieve vaardigheid en bewustwording.

Wat zijn volgens jou voorwaarden voor succes?

Behalve goede communicatie gaat het ook om een cultuurverandering. We zijn gewend dat zorg iets is wat professionals doen, maar naasten zijn vaak juist een enorme krachtbron. Als je die kennis en betrokkenheid benut, ontstaat een beter samenspel.

Het helpt ook als de organisatie de randvoorwaarden goed regelt. Denk aan praktische dingen zoals maaltijden, parkeerkosten en rustplekken voor familie. Dat klinkt klein, maar het maakt een groot verschil in hoe welkom mensen zich voelen.

 

“Het gaat om die driehoek patiënt, naaste en zorgverlener. Met elkaar ben je een zorgteam waarbij je allemaal je eigen expertise inbrengt.”

Hebben jullie lessen geleerd die breder toepasbaar zijn, ook buiten het ziekenhuis?

De belangrijkste les is: ga het gesprek aan. Het draait uiteindelijk om afstemming, begrip en samenwerking. Vraag niet alleen wat iemand kan doen, maar vooral wat iemand wíl doen. En vul het niet te snel in. Soms wil iemand, ondanks vermoeidheid, toch een bepaalde zorgtaak zelf blijven doen – omdat dat betekenisvol is.

Zeker wanneer het einde van het leven in zicht is.

Contact en nieuwsbrief