“Het begint vaak met een simpele vraag: hoe gaat het vandaag met jou?”

Nieuws NPZ Eemland 16 september 2025

Elke nieuwsbrief zetten we een collega of samenwerkingspartner in de schijnwerpers. Dit keer is dat Heleen Vonk, mantelzorgcoördinator bij Indebuurt033 in Amersfoort. Samen met haar collega Sietske Stoop ondersteunt zij mantelzorgers in de stad. We praten over wat mantelzorg eigenlijk inhoudt, hoe groot de druk is die op mantelzorgers rust, en hoe zorgprofessionals goed met mantelzorgers kunnen samenwerken.

Heleen, wat is mantelzorg eigenlijk?

Mantelzorg is de zorg voor een ander vanuit je relatie. Dus je partner, je kind, je ouder, een broer of zus, of een goede vriend of vriendin die je ondersteunt of verzorgt. Vaak omdat diegene een chronische ziekte heeft. Dat kan lichamelijk zijn, maar ook een psychiatrische aandoening of een verstandelijke beperking – in ieder geval iets wat niet meer overgaat. Dat maakt mantelzorg wezenlijk anders dan vrijwilligerswerk. Mantelzorg overkomt je. Opeens is het er, en dan zit je er middenin. Vrijwilligerswerk kun je stopzetten, maar je bent nooit opeens geen ouder of partner meer.

Sietske en ik zijn het aanspreekpunt voor deze groep in Amersfoort. Mensen kunnen zelf bij ons aankloppen, maar vaak komen ze via een verwijzer – een huisarts, praktijkondersteuner of wijkteam. Als wij een aanmelding krijgen maken we een afspraak om eerst eens rustig te luisteren: wat is de situatie, welke vragen spelen er? Soms verwijzen we door, maar vaak gaan we meerdere gesprekken aan, bij ons op kantoor of bij mensen thuis – wat iemand prettig vindt.

Daarnaast organiseren we verschillende activiteiten, zoals gespreksgroepen, themabijeenkomsten, of ontspannende momenten, zoals de Dag van de Mantelzorg in november. En we geven vijf keer per jaar een nieuwsbrief uit voor mantelzorgers én professionals.

Heleen-Vonk-en-Sytske-Stoop-sept-2025.jpg

In de zorg is steeds meer krapte. Merken mantelzorgers dat?

Jazeker. We horen verhalen dat de thuiszorg niet meer twee of drie keer per dag kan komen, maar nog maar één keer. Zeker in vakantietijd piept en kraakt het. Ook in verpleeghuizen wordt steeds vaker een beroep gedaan op mantelzorgers: ‘Kunt u uw partner douchen?’ Wat je in de krant leest, horen wij dagelijks terug in de praktijk.

Veel mantelzorgers willen graag meewerken, maar het is niet altijd haalbaar. Stel, jij hebt zelf een baan of gezondheidsproblemen, dan wordt het lastig. Toch nemen mantelzorgers vaak al het grootste deel van de zorg op zich. Als het teveel wordt, trekken ze soms aan de bel – bij ons of bij de huisarts. Dan kijken we samen: wat ligt er op het bord van de mantelzorger, wat kan anders worden verdeeld?

Mantelzorgers vragen vaak pas laat om hulp. Wat is jullie advies?

Ja, dat noemen we vraagverlegenheid. Mensen vullen vaak voor hun omgeving in: ‘Mijn kinderen hebben het al zo druk, ik kan dat niet vragen.’ Terwijl ze het nooit echt hebben gevraagd. Maar zo’n kwestie bespreekbaar maken, betekent ook je kwetsbaarheid tonen. Wij proberen mensen te stimuleren: leg het gewoon eens op tafel. Het zijn volwassen kinderen, ze kunnen zelf ja of nee zeggen. Als je het niet uitspreekt, lijkt het alsof het er niet is. 

Ik denk dat de rol van mantelzorgers alleen maar groter wordt. Er is steeds minder personeel, de vergrijzing neemt toe. Uiteindelijk komt er meer bij onszelf te liggen. Daarom is het belangrijk dat mensen ook zélf op tijd nadenken: hoe wil ik dat het straks geregeld is? Wat verwacht ik van mijn kinderen, buren of netwerk? 

Wat kunnen zorgprofessionals doen om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken?

Heel eenvoudig, vraag aan de mantelzorger: hoe gaat het vandaag met u? Zo’n open vraag stellen kost nauwelijks tijd en geeft erkenning. Soms is een luisterend oor of samen een kopje thee doen al genoeg. En als je langere tijd betrokken bent, de partner gaat achteruit, houd dan de vinger aan de pols en blijf in verbinding.

Jij zei eerder dat zorgprofessionals ook kunnen leren van mantelzorgers.

Zeker. Als je als zorgverlener voor het eerst binnenkomt, weet de mantelzorger vaak precies hoe de patiënt benaderd wil worden. Daar kun je als professional enorm van profiteren. Uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: goede zorg voor de patiënt. Het helpt als je een gelijkwaardige houding hebt. Vraag niet alleen aan de patiënt, maar ook aan de mantelzorger: hoe ervaart u dit? Wat ziet u? Zo krijg je een breder beeld. En blijf dat gesprek voeren, ook later. Klopt het nog wat we doen?

Welke vormen van ondersteuning voor mantelzorgers zijn er?

Dat varieert. Veel zaken kunnen mensen zelf regelen, zoals een bezorgdienst van een supermarkt of vervoer via de regiotaxi. Daarnaast zijn er veel vrijwilligers ide zich inzetten, zoals burenhulpdiensten of Automaatje. Of een vrijwilliger die bij de partner kan blijven wanneer iemand een keer per week naar een hobbyclub wil. Het vraagt wel goede afstemming én een klik.

Als mantelzorgers zelf even op adem moeten komen, of wanneer de mantelzorger tijdelijk ziek is, kan respijtzorg een oplossing zijn. In Amersfoort zijn bijvoorbeeld logeerplekken bij de King Arthur Groep of respijtbedden in de Koperhorst.
In de terminale fase verwijzen we door naar de VPTZ (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg). Zij zetten speciaal getrainde vrijwilligers in die mantelzorgers tijdelijk ontlasten, zodat de familie even kan uitrusten of bijtanken. Dat is echt een andere tak van sport.

Wat wil je zorgprofessionals in de palliatieve zorg meegeven?

Blijf vragen: hoe gaat het met de mantelzorger? En maak de vraag klein door te zeggen: hoe gaat het vandáág met je? Dat is misschien wel de meest simpele, maar ook de meest waardevolle vraag. Het zorgt voor erkenning, en dát is waar mantelzorgers vooral behoefte aan hebben.

Aanmelden voor de nieuwsbrief mantelzorg van Indebuurt033 kan hier. 
 

Contact en nieuwsbrief