Etniciteit als variabele in wetenschappelijk onderzoek
Introductie
Registratie van etnische herkomst kan nodig zijn om wetenschappelijk onderzoek of beleidsonderzoek uit te kunnen voeren en goede patiëntenzorg te kunnen bieden. In Nederland wordt de etnische herkomst van individuen standaard gedefinieerd op grond van de migratieachtergrond op basis van geboortelandcriteria. Naast etnische herkomst volgens geboorteland kan er ook voor worden gekozen de ‘zelf-geïdentificeerde etnische herkomst’ (zelfidentificatie) te registreren. Registratie van etnische herkomst heeft ook beperkingen. Op deze pagina leest u meer over de verschillende manieren van registratie van etnische herkomst, de beperkingen en de wet- en regelgeving hieromtrent.
Geboortelandcriterium
Volgens de definitie van het CBS is migratieachtergrond een kenmerk dat weergeeft met welk land een persoon verbonden is op basis van het geboorteland van de ouders of van zichzelf. Een persoon met een eerste generatie migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond het land waar hij of zij is geboren. Een persoon met een tweede generatie migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond het geboorteland van de moeder, tenzij dat ook Nederland is. In dat geval is de migratieachtergrond bepaald door het geboorteland van de vader. Bij personen met een tweede generatie migratieachtergrond is er dus ook een onderscheid tussen personen met één of twee in het buitenland geboren ouders.
Daarbij maakt het CBS onderscheid tussen westerse en niet-westerse migratieachtergrond. Een persoon met een westerse migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, en Indonesië en Japan. Een persoon met een niet-westerse migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika, Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
Binnen de huidige definitie vormen Indonesië en Japan een uitzondering. Zij worden op grond hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie tot de westerse landen gerekend. Het gaat vooral om personen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn geboren, respectievelijk werknemers van Japanse bedrijven en hun gezinnen.
Voorbeeldvragen
In welk land bent u geboren? □ Nederland |
In welk land is uw moeder geboren? □ Nederland |
In welk land is uw vader geboren? □ Nederland |
Zelfidentificatie
Aan de hand van zelfidentificatie kan men verschillende etnische groepen afkomstig uit hetzelfde geografische land van herkomst onderscheiden, zoals Turken en Koerden, of creolen en Hindostanen uit Suriname. Als we mensen met een Surinaamse migratieachtergrond als voorbeeld nemen, dan kan men op de volgende manier naar de herkomst vragen:
‘U hebt ons verteld dat u in Suriname bent geboren. Zoals u weet zijn er verschillende bevolkingsgroepen in Suriname, waaronder creolen en Hindostanen. Wilt u aangeven tot welke bevolkingsgroep uw ouders oorspronkelijk behoorden?’
Uit welke bevolkingsgroep is uw moeder afkomstig? □ Hindoestaanse □ Creoolse □ Javaanse/Chinese □ Anders, namelijk
|
Uit welke bevolkingsgroep is uw vader afkomstig? □ Hindoestaanse □ Creoolse □ Javaanse/Chinese □ Anders, namelijk |
Tot welke bevolkingsgroep rekent u zichzelf? □ Hindoestaanse □ Creoolse □ Javaanse/Chinese □ Anders, namelijk |
Beperkingen
Voor gebruik in zorg en onderzoek heeft etnische herkomst als gegeven ook beperkingen. Etniciteit blijft een sociaal construct. De verschillen die we denken te zien worden beïnvloed door de lens die we gebruiken om naar de verschillen te kijken, zoals bijvoorbeeld de indeling in westers en niet-westers. Wat etniciteit is, waarom het relevant is en welke categorieën relevant zijn verschilt per situatie in de zorgpraktijk en dus in zorgonderzoek. Deze filmpjes illustreren de subjectiviteit van etnische categorisatie:
Bekijk de Ted Talk van Camara Jones; Allegories on race and racism (fragment)
Bekijk de Ted Talk van Dorothy Robbins; Self-identification health research (fragment)
Het kan helpen kritisch te reflecteren op het belang van registratie van etniciteit:
- Waarom is het relevant om etniciteit te includeren in deze studie?
- Welke sociale en politiek geconstrueerde categorieën gebruik en reproduceer ik in deze studie; zijn dit wetenschappelijk relevante categorieën?
- Welke opvattingen over etnische overeenkomsten en verschillen gebruik en reproduceer ik om deze studie uit te kunnen voeren, bijvoorbeeld om te kunnen vergelijken, hergroeperen en herbenoemen?
- Wat kunnen de (maatschappelijke) gevolgen zijn van de (re)productie van wetenschappelijke kennis over etniciteit en gezondheid(szorg) – die voortkomt uit de keuzes in deze studie?
Bron: Helberg-Proctor, A.E.G. 2017 (Un)Doing Ethnicity: Analyses of the socio-scientific production of ‘ethnicity’ in health research in the Netherlands. Maastricht University, Maastricht, Nederland.
Ten slotte, vraagt volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid de huidige migratiediversiteit om meervoudige classificaties. In hoofdstuk 6 van ‘Migratie en classificatie. Naar een meervoudig migratie-idioom’ (WRR-Verkenningen nr. 34, 2016) worden alternatieven voorgesteld. U vindt het rapport hier.
Wet- en regelgeving omtrent registratie etniciteit
Registratie van etnische herkomst kan nodig zijn om wetenschappelijk onderzoek of beleidsonderzoek uit te kunnen voeren en goede patiëntenzorg te kunnen bieden. Maar mogen hulpverleners en onderzoekers iemands migratieachtergrond of etnische herkomst wel registeren volgens de huidige wet- en regelgeving? En als het mag, onder welke voorwaarden dan?
Onder de uitvoeringswet algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is verwerking van persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, of het lidmaatschap van een vakbond blijken, en verwerking van genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, of gegevens over gezondheid, of gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid verboden (Hoofdstuk 3, paragraaf 3.1, Art. 22.1). Echter, er zijn uitzonderingen voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden (Hoofdstuk 3, paragraaf 3.1, Art. 24). Daarnaast zijn er uitzonderingen inzake verwerking persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst blijkt (Hoofdstuk 3, paragraaf 3.1, Art. 25).
In artikel 24 staat dat het verbod om bijzondere categorieën van persoonsgegevens te verwerken niet van toepassing is, indien: a. de verwerking noodzakelijk is met het oog op wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden overeenkomstig artikel 89, eerste lid, van de verordening; b. het onderzoek, bedoeld in onderdeel a, een algemeen belang dient; c. het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost; en d. bij de uitvoering is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad.
In artikel 25 staat dat het verbod om persoonsgegevens te verwerken waaruit ras of etnische afkomst blijkt, niet van toepassing is, indien de verwerking geschiedt: a. met het oog op de identificatie van de betrokkene, en slechts voor zover de verwerking voor dat doel onvermijdelijk is; of b. met het doel personen van een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toe te kennen teneinde feitelijke nadelen, verband houdende met de grond ras of etnische afkomst, op te heffen of te verminderen, en slechts voor zover: 1°. de verwerking voor dat doel noodzakelijk is; 2°. de gegevens betrekking hebben op het geboorteland van de betrokkene, diens ouders of diens grootouders, dan wel op andere, bij wet vastgestelde criteria op grond waarvan op objectieve wijze vastgesteld kan worden of iemand tot een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep behoort; en 3°. de betrokkene tegen de verwerking geen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.
Ten slotte, staat in artikel 30. Uitzonderingen inzake gegevens over gezondheid, lid 5: Het verbod om andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens te verwerken is niet van toepassing, indien de verwerking noodzakelijk is in aanvulling op de verwerking van gegevens over gezondheid, bedoeld in het derde lid, aanhef en onderdeel a, met het oog op een goede behandeling of verzorging van de betrokken.