Domein 4: Psychische dimensie

Psychische klachten zoals angst en somberheid komen vaak voor bij patiënten met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid. Ze hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Psychische klachten kunnen fysieke symptomen als misselijkheid, kortademigheid en slapeloosheid veroorzaken, fysieke symptomen kunnen anderzijds angst en somberheid verergeren. Ook onderbehandeling van pijn kan leiden tot toename van psychische klachten.

Regelmatige inventarisatie van de psychische toestand van een patiënt is een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg en alle zorgverleners die betrokken zijn bij palliatieve zorg dienen kennis te hebben van het omgaan met en behandelen van de psychische aspecten van deze zorg. Voorlichting van de patiënt, diens naasten, betrokken zorgverleners en vrijwilligers en aandacht voor wettelijke vertegenwoordiging zijn essentiële onderdelen van het behandelplan.

Bij vermoeden van een psychiatrisch toestandsbeeld wordt zo mogelijk met behulp van (gevalideerde) meetinstrumenten een gerichte screening gedaan en zo nodig wordt laagdrempelig een gespecialiseerde zorgverlener bij de zorg betrokken.

Standaard

De zorgverlener heeft samen met de patiënt en diens naasten aandacht voor de psychische gevolgen van een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid en de aanwezigheid van eventuele psychiatrische symptomen. Het doel hiervan is om het psychisch welbevinden van de patiënt en diens naasten te vergroten door onder meer de coping te verbeteren. De zorgverlener doet dit aan de hand van geldende richtlijnen en inzichten.

Criteria

  • Zorgverleners hebben gerichte scholing gevolgd en beschikken over basisvaardigheden in het herkennen en eventueel behandelen van veelvoorkomende psychologische en psychiatrische symptomen en toestandsbeelden (onder andere angst, depressie, delier, (complexe) rouw, eenzaamheid, hopeloosheid, hallucinaties, suïcidale gedachten en onttrekkingsverschijnselen bij verslaving).
  • De zorgverlener inventariseert met de patiënt of wettelijke vertegenwoordiger en diens naasten de waarden, wensen en behoeften die bijdragen aan het vergroten of behouden van het psychisch welbevinden op cognitief en emotioneel gebied, waaronder de heroriëntatie op het levensperspectief en het zoeken naar een goede balans. Thema’s die hierbij kunnen spelen zijn onder meer:
    • verwerken (accepteren) van de actuele situatie;
    • het vinden en handhaven van een balans tussen draagkracht en draaglast;
    • waarden en keuzen;
    • respect en eigen identiteit;
    • hervinden van levensinvulling;
    • risico’s en belemmeringen voor het psychisch welbevinden;
    • de (over)belasting van de naasten.
  • De zorgverlener signaleert, inventariseert en beoordeelt, zo mogelijk met behulp van (gevalideerde) meetinstrumenten, de aard en ernst van eventuele klachten, symptomen en risico’s die de patiënt en diens naasten ervaren wat betreft het emotioneel en cognitief functioneren. Hij bespreekt deze met de patiënt en diens naasten en neemt in overleg passende en preventieve maatregelen. Indien nodig schakelt de zorgverlener een expert in.
  • Bij inventarisatie en behandeling van de psychische toestand van een patiënt hoort ook:
    • effectief communiceren met de patiënt of wettelijk vertegenwoordiger en diens naasten;
    • hen informeren en voorlichten over de ziekte of aandoening of kwetsbaarheid, symptomen, mogelijke behandelingen en bijwerkingen;
    • het geven van veilige en toepasbare adviezen en maatregelen, afgestemd op de patiënt, zijn zorgbehoefte, wilsbekwaamheid en copingstrategieën;
    • in afstemming met de patiënt of wettelijk vertegenwoordiger zo nodig zorgverleners en vrijwilligers informeren.
  • De zorgverlener inventariseert samen met de patiënt en diens naasten welke ondersteuning nodig is op het gebied van cognitief functioneren (begrijpen, onthouden, denken, gesprekken volgen, plannen en organiseren, besef van tijd, plaats en persoon, initiatief nemen).
  • De zorgverlener reageert adequaat op psychische nood en psychiatrische aandoeningen en houdt daarbij rekening met de door de patiënt of wettelijk vertegenwoordiger gemaakte keuzes. Behandeling is gericht op comfort en gebaseerd op het onderzoek van de patiënt, de geldende richtlijnen en inzichten en kan bestaan uit niet-medicamenteuze en medicamenteuze interventies, al of niet ondersteund met complementaire zorg. Het effect van de ingestelde behandeling op het welbevinden van de patiënt dient hierbij regelmatig geëvalueerd en zo nodig herzien te worden.
  • In geval van een psychiatrische aandoening zoals depressie, suïcidale gedachten, angst of delier, als gevolg van een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid of een bijkomende psychiatrische ziekte, dient de zorgverlener daar waar nodig een expert te consulteren.
  • Gemaakte afspraken voortvloeiend uit het zorgproces worden vastgelegd in het individueel zorgplan.

Gerelateerde standaarden

Fysieke dimensie, sociale dimensie, spirituele dimensie

Vastgesteld: 26-04-2018   Regiehouder: IKNL

Psychische dimensie

De eerste paragraaf van het hoofdstuk ‘Herkenning en Behandeling Symptomen’ in de richtlijn kinderpalliatieve zorg gaat over angst en depressie (pagina’s 50-62). Daarnaast wordt op pagina’s 150-151 en pagina 172 het belang benoemd van psychische klachten bij de ouders en eventuele broers en zussen na het overlijden van het kind. Een update van dit deel van de richtlijn is gemaakt in het kader van het individueel zorgplan. Belangrijke aanvullingen zijn te vinden in het zakboekje.