Niet-medicamenteuze behandeling
In de eerste plaats moeten optimale voorwaarden gecreëerd worden om goed te slapen. Verder wordt door middel van gesprekken aandacht besteed aan de gevolgen van de ziekte, de vooruitzichten en de gevoelens en gedachten waarmee deze gepaard gaan. Daarnaast kunnen gedragsregels c.q. gedragstherapie, ontspanningsoefeningen en cognitieve gedragstherapie bijdragen aan goed slapen.
Bij primaire slaapstoornissen is het effect van niet-medicamenteuze behandelingen duidelijk aangetoond. Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de effectiviteit ervan bij slaapproblemen bij patiënten in de palliatieve fase. In hoeverre ze haalbaar en zinvol zijn, is sterk afhankelijk van de lichamelijke en psychische toestand, de levensverwachting en de wensen van de patiënt.
Creëren van optimale voorwaarden om goed te slapen
- nachtelijke rust en stilte
- gevoel van veiligheid; de aanwezigheid/bereikbaarheid van naasten of thuiszorg kan hierbij van belang zijn
- aandacht voor voor de patiënt gebruikelijke gewoonten en rituelen
- eventueel rustgevende muziek
- voldoende verduistering
- optimale (katoenen) slaapkleding en beddengoed
- goed matras en hoofdkussen; goed opgemaakt bed op de manier zoals de patiënt dat gewend is
- optimale ventilatie en temperatuur van de slaapkamer
- gelegenheid voor mictie en evt. defecatie kort voor het slapen gaan, afspraken voor de nacht, zo nodig adequaat incontinentiemateriaal en/of blaaskatheter
Gedragsregels
In zijn algemeenheid worden bij slaapproblemen onderstaande adviezen aan de patiënt gegeven. De zinvolheid en haalbaarheid hiervan bij patiënten in de palliatieve fase is sterk afhankelijk van de toestand van de patiënt.
- Vermijd koffie, alcohol, copieuze maaltijden en forse inspanning in de uren voor het slapen gaan; lichamelijke inspanning overdag of vroeg in de avond is aan te raden.
- Handhaaf, waar mogelijk, de bestaande gewoonten voor het slapen.
- Zorg voor een periode van ontspanning voor het slapen gaan.
- Indien mogelijk: korte wandeling in de buitenlucht voor het slapen gaan.
- Gebruik (indien mogelijk) de slaapkamer alleen om te rusten, te slapen of voor intimiteit.
- Ga pas naar bed bij slaperigheid.
- Draai de wekker om, omdat het zien van de tijd alleen maar onrust geeft.
- Sta op na een kwartier wakker liggen, en ga pas weer naar bed bij slaperigheid.
- Sta elke dag op dezelfde tijd op, ook bij de gedachte dat de slaap kort was.
- Doe geen dutjes overdag; bevorder een regelmatig dag-en-nachtritme, dat zo goed mogelijk aansluit bij gebruiken en wensen.
Slechte slapers liggen vaak lang in bed om zo meer te kunnen slapen. Het gevolg is een gefragmenteerde slaap van slechte kwaliteit. Bij slaaprestrictie ter behandeling van slaapproblemen wordt de tijd verkort, waarbij het deel van de tijd dat slapend in bed wordt doorgebracht toeneemt. Dit kan bereikt worden door later naar bed te gaan en op een normale tijdstip op te staan. Het gevolg hiervan is een milde slaapdeprivatie, hetgeen de snelheid tot inslapen en de effectiviteit van de slaap bevordert.
Ontspanningsoefeningen
Agitatie en spierspanning, bijvoorbeeld als gevolg van angst, staan goed slapen in de weg. Effectieve benaderingen hiervan zijn progressieve spierontspanningsoefeningen (evt. aangevuld met geleide verbeelding), autogene training waarbij de patiënt leert om te ontspannen door zich te richten op specifieke lichaamssensaties (zelfhypnose) en biofeedback. Hierbij krijgt de patiënt een visuele of auditieve representatie van de spierspanning en eventueel neurofeedback.
Zoals alle gedragstherapieën vragen ontspanningsoefeningen training en tijd om effectief te worden. Eenvoudige ontspanningsoefeningen kunnen ook in de laatste fase zinvol zijn, met name bij patiënten die erg angstig en/of gespannen zijn.
Indien de patiënt dit wenst kan men ook massage (voet of hand), eventueel in combinatie met het gebruik van etherische oliën of het zachtjes afspelen van rustgevende muziek aanwenden om ontspannen inslapen te bevorderen. (zie ook richtlijn Complementaire zorg)
Cognitieve gedragstherapie
Bij cognitieve therapie gaat het om het corrigeren van irrationele gedachten, verkeerde ideeën en attributies over slaap en slecht slapen. Veel patiënten met kanker zijn gefixeerd op de hoeveelheid slaap die zij krijgen en koppelen dit aan hun angst voor progressie van hun ziekte.