Nieuws NPZ Utrecht stad en Zuidoost-Utrecht 29 november 2022

Minister Conny Helder op werkbezoek bij Hospice Demeter

'Ondersteuning geven aan de patiënt in het ‘zo gewoon mogelijk leven’. Dat is waarschijnlijk het meest belangrijke aspect van palliatieve zorgverlening', zei minister Conny Helder van het ministerie van VWS na het werkbezoek op 15 november in de regio Utrecht, om de start van een overheidscampagne over palliatieve zorg onder de aandacht te brengen.

Het werkbezoek van minister Helder was de aftrap van de landelijke publiekscampagne palliatieve zorg. Ze bezocht onder meer een ongeneeslijk zieke patiënt in Bilthoven. Ook bracht ze een bezoek aan hospice Demeter, eveneens in De Bilt. Ze constateerde dat, mede door de toegenomen medische mogelijkheden, de palliatieve fase een steeds langer onderdeel van de ziekte is geworden.

'Daardoor is de kern van palliatieve zorgverlening aan het verschuiven. Patiënten helpen om zich op het levenseinde voor te bereiden is natuurlijk nog steeds een belangrijk onderdeel van het werk. Maar omdat patiënten steeds langer in die palliatieve levensfase doorbrengen, verschuift de focus naar het helpen om dat langere leven invulling te geven.' De organisatie van de zorg zou daar beter op afgestemd kunnen worden, gaf de minister aan: 'Dit moet beter worden ingebed in het zorgproces.' Ze beloofde daar op korte termijn aandacht aan te gaan geven.

Nood aan structurele, passende financiering
In een nagesprek maakte bestuursvoorzitter Saskia Teunissen van Palliatieve Zorg Nederland (PZNL) duidelijk aan minister Helder dat ‘de kennis, vaardigheid en attitude met betrekking tot palliatieve zorg in het basisonderwijs voor artsen en verpleegkundigen ontoereikend is om patiënten in samenwerking, ter zake kundig en waardig te begeleiden in de palliatieve fase’. Teunissen pleitte in de ontmoeting voor blijvende aandacht voor palliatieve zorg in het onderwijs voor alle artsen en verpleegkundigen. ‘Elke patiënt en naasten moeten kunnen rekenen op gerichte ondersteuning van de kwaliteit van leven in de palliatieve fase’.

Een ander hiaat betreft de financiering van multidisciplinair overleg tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen over de palliatieve patiënten die zij begeleiden. 'Er is nood aan structurele, passende financiering', stelde Martin den Hartog, voorzitter Raad van Bestuur van AxionContinu, de zorgorganisatie die het werkbezoek van de minister mede-organiseerde. 'Rondom palliatieve zorgverlening zijn de voorbije jaren meer dan 200 lokale PaTz-groepen opgericht: samenwerkingsverbanden tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen. Zij bespreken hierin de palliatieve patiënten uit een bepaalde wijk, stad of regio. Zij doen dit onder begeleiding van een zorgprofessional die in palliatieve zorg is gespecialiseerd. De financiering van deze PaTz-groepen, die zeer succesvol is vanuit het perspectief van de gewenste palliatieve zorg, is echter niet geregeld.' Den Hartog en Teunissen vroegen de minister dit probleem op te pakken.

Totaalpakket aan maatregelen
Teunissen is verheugd over de publiciteitscampagne die van start is gegaan. Deze campagne is in nauw overleg met PZNL ontwikkeld. Uitingen van de campagne verwijzen burgers en professionals dan ook naar de website overpalliatievezorg.nl, die door PZNL wordt verzorgd.

Daarnaast is Teunissen blij met de aandacht die het ministerie van VWS sowieso al heeft voor palliatieve zorg. Nog maar kortgeleden is het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II van start gegaan. Dat is een belangrijk onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen, waarvoor het ministerie 150 miljoen euro heeft uitgetrokken. Teunissen: "Samen met de Patiëntenfederatie, V&VN, KNMG, ActiZ, de Expertisecentra Palliatieve Zorg, het landelijk overleg van Consortia Palliatieve Zorg en de multidisciplinaire beroepsvereniging Palliactief kan er vanuit het NPPZ een waardevolle impuls gegeven worden aan verbeteringen."

Rol van PZNL
Het ministerie heeft PZNL gevraagd regiehouder te zijn van dit Programma, dat tot en met 2026 loopt. Belangrijke doelen daarbij zijn het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn over palliatieve zorg en het creëren van een gezondheidszorg waarin proactieve zorg en ondersteuning voor mensen met een ongeneeslijke ziekte de norm is. In dat kader gaat er veel aandacht uit naar de integratie van palliatieve zorg in de opleidingen voor artsen, verpleegkundigen en verzorgenden. Wat de bewustwording betreft: daarin speelt de campagne die gestart is een belangrijke rol.

In 2023 zorgt PZNL voor een vervolg daarvan. Teunissen: "We zullen een grote variatie aan activiteiten stimuleren, die bijdragen aan dit maatschappelijke doel dat burgers, de formele en informele zorg aanzet tot verandering die nodig is temidden van de schaarste van de zorgcapaciteit. Tijdige inzet van persoonsgerichte ondersteuning en zorg in de palliatieve fase zal kosten besparen. Alleen al omdat het ‘normaal’ mag zijn om over de onzekerheid van de zekere dood te spreken en het perspectief van keuzes dat daardoor anders wordt. Mensen in de palliatieve fase en de professionals mogen elkaar daar in de toekomst op gaan aanspreken en bevragen. Om dit te bereiken zullen we met wisselende partijen gaan samenwerken: van grote gezondheidszorgfondsen tot kleine zorgorganisaties in regio’s."

Bron: Palliaweb

INTERESSANT